De Tweede Ronde. Jaargang 9(1988)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 54] [p. 54] Twee gedichten Georgine Sanders Brooklyn in augustus De beurtzang van de late zomer klinkt: het schril en dringend gonzen stijgt en daalt, een lange ademtocht die zich herhaalt, van boom tot boomtop. De cicade zingt. Vijfbladig spreidt hibiscus, paars en breed, zijn bloemen open, elke morgenstond. Die vallen uitgebloeid 's nachts op de grond, steeds komen nieuwe en de zon blijft heet. Dit is de spil van het jaar, de tropentijd, die ik door kou en winter heen verwacht. Kort evenwicht, met zomer haast volbracht, van dood en leven, in oneindigheid. Hier zijn geen straten, tuinen van weleer, die ik als kind wel wist maar toen niet zag. Een eerder ritme draagt mij nacht en dag, ik ben dat kind, dit zijn mijn tropen weer. augustus-november 1987 [pagina 55] [p. 55] November in Jakarta Ik sla de bladen om van het kinderboek, maar wij zijn vreemden nu, ik leg het neer. Ik ken de straten en hun naam niet meer, in het nieuwe land waar ik het oude zoek. De huizen zijn verschanst door muur en poort, veel bomen weg, de struiken staan manshoog. Het verkaveld plein vertoont een stenen boog die vrijheidsstrijd herdenkt, zoals het hoort. Maar na lang dreigen slaat de regen neer, de dakgoot loopt en wind beroert het groen. Geluid van water, kruidengeur van toen omgeven mij en dit herleef ik weer. Oud land, ik moet mijn ogen wennen aan wie jij nu bent, die ik oprecht erken. Wat ik door mijn herinnering herken moet mij vertroosten en hier borg voor staan. november-december 1987 Vorige Volgende