De Tweede Ronde. Jaargang 8(1987)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 53] [p. 53] Vier kwatrijnen Jean Pierre Rawie Het ijzelt, en de struiken zijn van glas. Wij lopen samen door het witte gras. Er zijn van die momenten dat ik wilde dat alles nu maar bleef zoals het was. * De winters, zeg je, lijken elk jaar kouder. Zo is het niet: wij worden merkbaar ouder. Ik huiver, kind, omdat ik nog zo houd van je al grijzend hoofd tegen mijn schouder. * Al heb je wat je kon aan mij misdreven, het valt me licht je alles te vergeven; ik heb wel door dat het geen pretje is het leven van een mooie vrouw te leven. * Wij zijn - vergrijsd en het gelaat doorgroefd - niet dikwijls meer ten dode toe bedroefd, alleen van tijd tot tijd een beetje treurig omdat het allemaal niet meer zo hoeft. Vorige Volgende