De Tweede Ronde. Jaargang 8(1987)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 110] [p. 110] Zes gedichten Driek van Wissen Wie verre reizen doet... Wanneer mij elders als bereisde Roel de vreemde stoelgang moeizaam is gelukt, rijst het probleem hoe ik het eindprodukt naar 's lands gebruik door de closetpot spoel. Hoe ver is de beschaving opgerukt: Staat er nog steeds een emmer voor dit doel, is het die buis naast de bebrilde stoel of dient er ergens op een knop gedrukt? Misschien is zelfs het mechaniek nog gekker, mij is het hoe dan ook volslagen vreemd. Op het toilet is men pas echt ontheemd. Dan is het later toch wel dubbel lekker wanneer je thuis je vaste plaats herneemt en hem weer ziet - die goeie ouwe trekker! [pagina 111] [p. 111] Vakantiebericht Wij dronken, onderweg in Portugal, per dag tenminste één fles Vinho Verde, maar meestal twee en doorgaans nog een derde, want drie is toch zo'n heerlijk rond getal. En daar wij dan pas werk'lijk dorstig werden werd nummer vier besteld als spoedgeval - ‘of is dit nu ons vijfde flesje al?’ bracht een van ons, de tel kwijt, dan te berde. U raadt het al - daarna kwam nummer zes en dikwijls is het daarbij niet gebleven; wij meden bijgelovig nummer zeven en namen maar meteen een achtste fles. Ja, de vakantie was een groot succes: In Portugal valt heel wat te beleven! [pagina 112] [p. 112] Anti-griep Het vroege voorjaar heeft z'n grillen - dan waart de griep bijvoorbeeld rond, zo'n ziekte van de kouwe grond waar men niet zwaar aan pleegt te tillen, maar nu treft jou het volle pond en met verwaterde pupillen lig je te zweten en te rillen, en nu je ziek bent als een hond schaam ik mij diep, zelf kerngezond, van jou zo pijnlijk te verschillen en liever nog zou ik maar willen dat er geen onderscheid bestond. Derhalve tart ik de bacillen en vol zoen ik je op de mond. Veertig plus Toen ik de meisjes mooi ging vinden werd ik onmiddellijk actief als Don Juan en hartedief; ik kon ze om mijn vingers winden en liefdesbrief na liefdesbrief kreeg ik van allerhand beminden. En zonder mij aan één te binden had ik ze allen even lief. Kom daar vandaag nog maar eens om! Geen liefje weet ik meer te strikken. Nee, sterker nog: ik zie ze schrikken als ik in hun nabijheid kom. De nadering der ouderdom leest men het eerst in meisjesblikken. [pagina 113] [p. 113] Con amore Dat nu de jeugd is afgesloten en dat je schoonheid wat gaat tanen bewezen jou de Italianen, die onverholen sexneuroten - want op vakantie in Toscane, o hartsvriendin en huisgenote, werd jij maar zelden nagefloten door deze kleine super-hanen. En toch mijn schat, al word je tachtig (ik doe hier maar een fikse gooi), al word je ouwedamesachtig en grijs en steeds meer in de plooi, voor mij ben jij ook dan nog prachtig: ik vind je onverwoestbaar mooi! Gloria mundi II Wanneer ik goed en wel gestorven ben en Petrus op het punt staat te bepalen dat ik ter helle af zal moeten dalen, vertel ik trots dat ik Heinz Polzer ken. Meteen begint dan Gods portier te stralen: ‘Wel wel, die hoort hier bij de upper ten! De Heere Zelf noemt Zich zijn grootste fan en elke avond trekt hij volle zalen.’ Twee cherubijnen moeten zonder dralen dan Doctorandus P. van Petrus halen: ‘Uw voorspraak voor een broeder van de pen!’ Maar nee, hij weigert zulks ten ene male. ‘Weg met Van Wissen!’ roept hij tegen hen, ‘Hij heeft gesmokkeld met de uitgangs -n!’ Vorige Volgende