De Tweede Ronde. Jaargang 8(1987)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 51] [p. 51] De nies Duco van Weerlee Zittend onder de lamp, snotverkouden droom ik een eind weg: ik loop op rozen in de bergen van Midden-Java in de onberispelijke lente van Tawangmangu. Alles conform paradijs: murmelende beekjes, decoratieve rotspartijen, alle geuren en kleuren, met dieptewerking. Ik denk: wat kan het mij ook schelen en ik hef, stug doorstappend, een mantra aan: aum... aum... Even blijft het stil, dan klinkt ergens van opzij een klaaglijk geloei: aum... aum... Vier bolle ogen in de berm staren de vreemdeling aan, twee stom verbaasde koetjes weten niet wat ze zien (maar jongies dan toch). Zittend onder de lamp, snotverkouden verscheur ik mijn droom met een hartstoch- telijke nies. Mijn kat antwoordt daarop met een gearticuleerde miauw van mededogen. Ouder en zieker, vrienden, leert men de taal der dieren verstaan. Vorige Volgende