De Tweede Ronde. Jaargang 6(1985)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 87] [p. 87] Drie gedichten Paul van den Hout De kroegschaker Gekluisterd aan de vierenzestig velden, Schuift hij, dag-in-dag-uit, de kleine rat, Zijn tegenstanders van het bord, of mat, En maakt zo zijn geducht talent te gelde. Verliezen doet hij immers nog maar zelden, Want juist zijn stille kracht blijft onderschat En vaak is hooguit eeuwig schaak of pat Nog weggelegd voor wie reeds winst voorspelde. Dan duikt de kroegbaas op met blik en stoffer En gaat ook hij zijns weegs. Maar langs de gracht Vertraagt zijn tred en wordt zijn oog steeds doffer. Want nooit meer wacht hem iemand in zijn koffer Sinds hij dat kostbaar stuk verloor, die nacht, Na een slecht doorgerekend dame-offer. [Ik denk dat ik, als dichter dan, maar bij de amateurs blijf] Ik denk dat ik, als dichter dan, maar bij de amateurs blijf: daar pers ik heel mijn harteleed streng metrisch in het keurslijf van een sonnet of een rondeel, en dan krijg ik te horen, dat ik, god beter het, zulk opgewekt light verse schrijf! [Ach stamkroeg, steun en toeverlaat] Ach stamkroeg, steun en toeverlaat! Hoewel het mij al droever gaat, Naar vriend en vijand mij verzekert, Ik kom er vroeg en toef er laat. Vorige Volgende