De Tweede Ronde. Jaargang 6(1985)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 41] [p. 41] Twee gedichten Johanna Kruit Kaartlezen Langs wegen onverhard als wij brengt deze dag ons daar waar niemand gaat. We kaarten alles aan wat zichtbaar wordt. Staan kort te raden naar een kiekendief die toch zo groot niet mag maar zich daaraan niet stoort en ongehoord dichtbij zich telkens weer laat zien. Een anonieme stip blijkt op het schor een man te zijn die spit naar iets. Het vriest alleen nog 's nachts. De dijk tast lichte nevels af en geeft contouren prijs van wat iets anders is wanneer je nadert. Er sleept een bootje langs de horizon. Ooit kon ik waar ik keek beslissen wat ik zag. Hoe ik ontkwam aan zekerheden ligt als een vraag gevouwen in de kaart wanneer wij plaatsen zoeken waar nog wit op staat. [pagina 42] [p. 42] Paalhoofden Dat palen soms in water wonen en zonder leven elke golf doen omslaan is niet om te verbazen. Als boom waren zij al bereid om dagen lang de wind te breken of zon te zeven door hun blad. Het is niet zo dat ik van dode bomen hou. Maar palen op een rij in zee geven soms een gevoel dat ook in bed ineens kan komen: veiliger dan overdag. Zoiets als oude namen tellen van wie er niet meer zijn. Verhalen maken van herinnering en langzaam dwalen door een eigen land. Een beetje knielen voor wat heilig is en zeker weten dat wat al weg is toch niet wordt vergeten. Vorige Volgende