De Tweede Ronde. Jaargang 6
(1985)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 122]
| |
[pagina 123]
| |
Horizontaal1) Gedeeltelijke editie met aanwijzing; 2) Een halve godin bestaat; 4) Eenvormig, niet homo (hier wordt iets ontkend); 6) Die vent is duidelijk anders; 8) Dit gedicht is meer dan gewaagd; 11) Hoor, hoe die onbekende verbindt; 12) Man vindt de deuk rottig, maar wel doordacht; 14, 15, 16) Volkomen verwarring in de tent, moet kunnen; 21) Als de Kozakkenaanvoerder geen man is, dan toch zeker onzijdig; 22) Het zit in het wentelteefje, en zoekt de som; 23) Is hij oud, klein? Dat zit erin; 24) Wie een geleibom ziet, zelfs incompleet, wordt achterwaarts beweeglijk; 29) Gedenk vrolijk het aantal Heemskinderen; 30) Bert heeft ze, en ze volgen hem; 31) Erg gemeen, maar niet gemeen, is geaccepteerd; 32) Kant, de merel, beweegt zich anders niet snel voort; 37) Nijpels draait bepaald om; 38) In alle zerken hebben we een waarnemer; 40) Zie u Sam trillen? Geenszins; 41) Leen is anders geworden, en niet meer bij de tijd; 44) Wie niet dichtbij vertrouwd is, onderzoekt; 46) Twee Ron - maar telkens ontbreekt hier iets; 47) Enge rel? Dat zullen we in orde brengen; 48) Besluit kan heel fijn worden; 52) Komt voor in China, Guinée en Hindelopen; 53) ‘Wijs aan!’ gilde ze kreetloos; 55) Voelt het lid angst? Niet in deze positie; 57) Al is meneer gezeten, meen niet dat dit betekent ‘geplaatst’; 58) Doe wat u doet; 59) Nou - dan komt er nog iets. So what?; 60) Vellen worden het soms, maar genietroepen beginnen ermee; 61) Nee, via dit geheel geen gehaaide; 62) Wat doden niet meer hebben, streven Duitsers na | |
Verticaal1) Niet van Hans maar van Frans; 3) 't Past pas als 't 'n pas zet; 5) Zit mijn neef zonder geld, Ja?; 7) Hier staat zijn tegendeel; 8) Uit schier smartelijke geluiden; 9) Raast en groeit; 10) Wat blijft er, o, uit roest?; 13) Een lik kan, mits geen grote; 17) Zo'n leuke gele figuur loopt gedeeltelijk toe; 18) Korter leven duurt niet lang; 19) Rijk in nieuwe ligging; 20) Schon zu schön, aber lautlos; 21) In haver hoort het erbij; 25) ‘Sterf,’ zei de Brit (weet u welke?); 26) Er is nog voer, in zekere vorm een restant; 27) Gewoon snavel, ziet u, niet anders; 28) Als u het zegt, u; 33) Een levende sterft en blijft niet onbepaald; 34) O, rif vol avontuur... niets ernstigs, hoor; 35) Kleur steeg voorbij de grauwe zee (Bloem, ergens?); 36) Onnauwkeurige lage lob - daar moet de speler iets aan doen; 39) Bestaan duidt bij ons meestal op bezit; 42) Gustave is in de sauna, momenteel; 43) Braun werde nun das herrlich Fabelhafte (partijlied, 1927); 44) Erica valt als een baksteen; 45) Niet helemaal carcinogeen, wel durend; 49) Aldus begint de dierkunde; 50) Modena (I)? Verre van dat; 51) Zarathustra al was een verlichter...; 54) ...maar de echte na de laatste is geen lichte; 56) Eertijds kaal - vaak onrijp |
|