De Tweede Ronde. Jaargang 6

[p. 117]

Twee gedichten
Clément Marot^*
(Vertaling Gert Helmer)

[Men zou]

Men zou - 't was mei - de dame aderlaten.
Ik naar haar arts, behoorlijk opgewonden.
‘Onttrek jij warmte aan haar hart en vaten?
Ze is koel genoeg, naar ik heb ondervonden.’
‘Stil,’ zei de man, ‘wacht op de tweede ronde:
het oude bloed, dat haar zo vaak verstramt,
maakt plaats voor vocht waar sterke liefde uit stamt.
Trouwens, de mei jaagt alle schroom opzij.’
Gezegd. Gedaan. Zij ís in liefde ontvlamd,
maar ach, helaas en jammer - niet voor mij.

* Clément Marot (1495-1544), hofdichter van Frans I en psalmberijmer voor Calvijn. Beide Franse teksten werden door J.P. Sweelinck op muziek gezet.

[Mond van verrukkelijk koraal]

Mond van verrukkelijk koraal,
mond die om kussen lijkt te smeken,
mond die de taal en wedertaal
van een genadig hart kunt spreken,
spreek: moet voor u mijn hart dan breken,
als was onder de vlam verteren?
Wilt u ten dode toe bezeren
die schroomt u enig leed te doen?
Mond van mijn vurigste begeren,
zeg nee, en zeg het met een zoen!

[Frans]

AV moys de may, que l'on saingnoit la belle,
Ie vins ainsi son medecin reprendre:
- ‘Luy tires tu sa chaleur naturelle!
Trop froide elle est, bien me l'a faict apprendre.’
- ‘Tais toy (dit il) content ie te voys rendre:
l'oste le sang qui la faict rigoreuse,
Pour prendre humeur en amour vigoreuse
Selon ce moys qui chasse tout esmoy.’
Ce qui fut faict & deuint amoureuse;
Mais le pis est, que ce n'est pas de moy.

BOUCHE de coral precieux
Qui a baiser semblez semondre,
Bouche qui, d'vn cueur gracieux,
Sçauez tant bien dire & respondre,
Respondez moy: doibt mon cueur fondre
Deuant vous, comme au feu la cyre?
Voulez vous bien celluy occire,
Qui craint vous estre desplaisant?
Ah! bouche, que tant ie desire,
Dictes nenny, en me baisant.