De Tweede Ronde. Jaargang 6(1985)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 37] [p. 37] Oud echtpaar Peter Verstegen Van alles wars, zelfs naar elkaar afwerend, willen zij niets meer willen, om hun rust; het lichaam zit hen niet meer zoals eerder, hun blik is uitgeblust. Was het door eigen zwakheid dat de strijd om wat geluk hen tot verliezers maakte? Maar in hun trekken is geen schichtigheid om wat ze zelf verzaakten. Er was een dag dat ze hebben geweten dat er voor hen niets meer viel te behalen, dat ze verslagen waren. Gezichten, leeg van hoop, die nietsziend staren, alsof ze met hun ziel moesten betalen, om te vergeten. [pagina 38] [p. 38] [1] Achter de hoogte het vogelmeer vinden zo meeuwenwit dat water ondenkbaar, water bewegend sneeuwland. 2 IJskristallen op bruine korstmossen vonkend onder de voet - vuur dat niet kleiner, niet kouder kan branden. 3 De zee zoevend als auto's op een weg in de verte; de rijwind te voelen, snelheid te meten aan krommende vliegdennen, aan wolken: een file die muiswit oplost. [pagina 39] [p. 39] 4 Onachterhaalbaar wat in warmte gebeurde, hier, tussen hondsroos en orchis, wat gebaarde, behaagde - alsof zomer niet eindigt, stramheid niet insluipt, geen boom ooit leeg wordt van sterfte. 5 Bij het omkijken een lichte verschuiving van licht, een wrijving van kilte op kilte, meer was het niet. Het punt waar de dag scheen te stokken, even haakte aan naakte takken en verder liep. Vorige Volgende