De Tweede Ronde. Jaargang 5

[p. 152]

Twee gedichten
Géza Thinsz^*
(Vertaling Erika Dedinszky)

Uppsala in het najaar

Uppsala in het najaar,
tussen twee vergaderingen even een blik uit de auto,
door de versplinterde lichtspleten van de haast -

onder langs de Dom
op de Carolina-heuvel,
in de schaduw van het Gustavianum
rinkelt soms nog een gouden munt die ik er ooit
liet vallen, zo schatrijk aan tijd -

Uppsala in het najaar,
tussen twee ademhalingen een blik uit de auto,
schim achter de domme jaren van het jakkeren -

en als afscheid doemt op de hoek van de Koninginnestraat
nu ook nog even de tijdloze stilte op,
neemt een lachende studente in zijn handkom
en blaast haar zacht weg tussen de sluiers van de herfst
om haar zweefloop voorgoed te bewaren.

* Géza Thinsz (1934) leeft in Zweden en werkt bij een uitgeverij. Nadat hij er in eigen beheer een achttal bundels had gepubliceerd verscheen in 1983 een ruimte selectie van zijn poëzie in Hongarije, waar hij al eerder regelmatig in tijdschriften aandacht kreeg. Zijn lichtvoetige, tedere, vaak geestige gedichten zijn zowel in Hongarije als bij het Hongaarse lezerspubliek in de emigratie zeer geliefd. Daarin bezingt hij meestal de bekoorlijkheden van de vrouw of schetst, nu eens sarcastisch, dan weer melancholisch, het tussen twee culturen weifelende bestaan van de emigrant.

Uppsala, ősszel

Uppsala, ősszel,
két értekezlet között, az autóból,
a sietés törtfényű résein át -

a Dóm tövében,
a Carolina dombján,
a Gustavianum árnyékában
meg-megcsendül egy aranypénz, amit még hajdan
szórtam el, időben oly gazdagon -
Uppsala, ősszel,
két lélegzetvétel között, az autóból,
a sietés oktalan évein át -

s búcsúzóul a Királynő utca zarkán
az időtlen csend is feltűnik váratlanul
és tenyerébe vesz egy nevető diáklányt
majd elfújja lágyan az őszi ködbe,
hogy megőrizze örökre a lebegését.

[p. 153]

Vrouw met naakt gezicht

Naakter is haar gezicht, weerlozer,
's morgens -
ten prooi aan door uurwerken gedreven haast
stapt ze op de weg voort;
achtuurvijftien, op ditzelfde punt elke morgen,
achtuurzestien, morgen-was, gisteren-komt,
achtuurzeventien, achttien, twintig,
overmorgen: heden, elke ochtend,
tussen knoert-grote reclameletters
droom
-baan, -vakantie, -auto, -liefde:
de haast lijkt zinvol
tussen die reclameletters
ligt de troost
droom
-baan, -vakantie, -auto, -liefde
voor de slapeloze ochtenden,
achtuurvijfentwintig, achtuurdertig:
dat het uurwerk zijn wijzers drijft is
zinvol, zinvol, zinv -
weerlozer is haar gezicht, 's morgens,
naakter.

Meztelen arcû asszony

Meztelenebb az arca, esendőbb
reggelenként -
az óraműre járó igyekezetnek
kiszolgáltatva lépdel az úton:
nyolctizenöt, minden reggel ugyanott,
nyolctizenhat, holnap-volt-tegnap-lesz
nyolctizenhét tizennyolc, húsz,
holnapután: ma, minden reggel,
hasábnyi reklámbetűk közt
ÁLOM
-állás, -üdülés, -autó, -szerelem:
az igyekezetnek értelme van
a reklámbetűk közt
hever a vigasz valahol
ÁLOM
-állás, -üdülés, -autó, -szerelem
az álmatlan reggelekért,
nyolchuszonöt, nyolcharminc:
az óraműre járó mutatónak
értelme van, értelme van, értelme -
esendőbb reggelenként az arca,
meztelenebb.