De Tweede Ronde. Jaargang 5(1984)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 42] [p. 42] Nederlandse poëzie [pagina 43] [p. 43] Twee gedichten Jozef van Acker Brugge I Boven op het Brugse Belfort Het vertrouwde van de pleinen, markten, stegen is in de zee van daken opgegaan. We zien de veelbesproken veelgeloofde schone andersom. De hoogte is de som van toezien. We tellen torens en lopen over tinnen tot aan de rand van 't stedelijk steen. Daar zien we weer het land beginnen. II Walplein Onder gaslicht heeft de winter meer gewicht. Onbegrepen gevels staren onder bomen naar elkaar en naar het vale licht. Zacht maakt de regen weerschijn op de keien. Het plein is door de straten langzaam uit de volle stad gelicht. [pagina 44] [p. 44] III Dijver De toren domineert het donkre water. De gevels houden een afzijdige parade. In het midden rijen linden. Op de keien loopt het zien te hoop, staat het luisteren graag te horen - beiaardklanken - en in die harmonie dreef zacht een boot door 't zware gapen van de brug. Drie Alpen-impressies I Bergen En de ochtend die verschijnt als een diamant. Slierten rook sieren het vuur van de gletsjer. Ademloos hangend in de touwen stijg ik op de wand. Straks krast de ijskrap op de kam mijn spoor. [pagina 45] [p. 45] II In de zachte wei tussen morene en alm speelt een kleine reine symfonie getrippel van 't riviertje tussen klippen heel miniem de alpendistel toont haar witte pluizenbloem. III Bergmeer volmaaktheid van het vlak afgeronde spiegeling waarin het oog zich grandioos verdiept. Zie hoe rondom, het stadion der rank getande kammen, omgekeerd tot in de hemel reikt. Liggend op de rug, met in de blik het grazen van een handvol rammen, verloopt een loom moment van eeuwigheid. Vorige Volgende