De Tweede Ronde. Jaargang 5(1984)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 73] [p. 73] Twee gedichten Gerrit Smallegange [Twee blauwe duiven zoeken elk jaar] Twee blauwe duiven zoeken elk jaar in 't voorjaar het gezelschap van elkaar. 't Zijn steeds dezelfden in de boom voor 't huis. Hun roep klinkt droef omfloersd in het geruis der takken, als de luwe voorjaarswind de boomkruin vol met schilferknopjes vindt waarin de blaadjes liggen opgerold alsof in 't hout het leven ligt gestold. De blauwe duiven keren ieder jaar als een gevleugeld, elkaar lievend paar: 't Is steeds aandoenlijk om te zien voor 't raam hoe mooi het is: een man en vrouw tezaam. En nu vannacht werd 'k bijna wakker van een duiveroep, droef als een duif dat kan, en toen ik droomde dat ik bijna sliep klonk weer dat roepen dat mij wakker riep. En ik stond op, zo tussen waak en droom, in 't blauwe maanlicht glinsterde de boom, 'k ontsloot het raam onhoorbaarder dan zacht: zo vroeg had ik mijn duiven niet verwacht. [pagina 74] [p. 74] [Er zijn geen sterren en de maan gaat schuil] Er zijn geen sterren en de maan gaat schuil. Het enig licht is van de witte rozen die in mijn tuin staan als een schucht're tuil. De wind gaat ritselend bij tussenpozen de wingerd door en ergens roept een uil. En verder nog wat raadselachtig leven dat op mij toeruist uit verstilde dreven. Vorige Volgende