De Tweede Ronde. Jaargang 5(1984)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 45] [p. 45] Nederlandse poëzie [pagina 46] [p. 46] Vier gedichten Willem Bierman Weet je nog Weet je nog, die bank onder de bomen in de wereld, die vrouw die er neerviel, bloem van de straat, de monoloog die uit haar stroomde, ongevraagd, over ik zou het niet weten, weet je het nog? Je taal kende betere tijden, wat niet. Laten we weggaan, keek je, en ik stond al, je wilde niet blijven waar je gevallen was, je zag niet meer om naar je spiegel die bleef. De weg het water Over de liefde. Ueberhaupt houdt ze niet meer zo van houden van De weg terug begint achter zijn rug is geen weg maar water Geen geluiden meer van wissels op de toekomst of die overgehaald; slechts dat van water dat breekt [pagina 47] [p. 47] Eeuwig is er iets geweest Naast me zit je weer in je aanraakbare reuk die eeuwig is, want er is iets geweest dat blijven zal, uitgevlakt zichtbaar. Wij zijn er geweest, we zien het. Foto's, verworden schijn van kleurige ogenblikken. Het beproefde konijn uit de hoge hoed dat andermaal leidt tot amechtige vervoering, een zilte roes onafwendbaar strandend op vragen. Ontelbaar, onstelbaar, eeuwig. Winter Koolmees op waslijn, toeval of verdwaasde wil tot overleven die haar hier brengt? Spinnen zijn geborgen, insekten dragen een onneembaar pantser van aarde Tweeledig kijken door dubbeldik glas van verlangen, uitzichtloos zicht naar binnen, naar buiten. Vorige Volgende