[De Tweede Ronde 1984, nummer 2]
Voorwoord
In dit (niet-thematische) Zomernummer eren wij de nestor van de Nederlandse poëzie, Hendrik de Vries, die deze zomer de leeftijd van achtentachtig bereikt. Hij is grotendeels vertegenwoordigd met een keuze uit zijn alleen nog antiquarisch verkrijgbare bundels en een aantal van zijn tekeningen: impressies uit de wereld van de Coplas. Over hem een inleidend essay van Willem Wilmink.
Ook eren wij de nagedachtenis van Nini Brunt, een medewerkster van het eerste uur, met haar laatste vertaling van Hugo von Hofmannsthal. Voorts in Vertaalde poëzie veertien sonnetten van Shakespeare met kort commentaar en een inleiding in Essay. Deze werkstukken mogen zeker gezien worden als Peter Verstegens reactie op de recente publikatie van al Shakespeares sonnetten in vertaling van Jan Jonk. Shakespeare wordt geflankeerd door zijn landgenoten Campion, Donne en Larkin, in de vertaling van W. Jonker.
In Nederlands proza naast een fragment uit Hans Warrens Oorlogsdagboek verhalen van drie beginnende auteurs, Pointl, Reilingh en Widemann.
De ‘Tien gedichten’ binnen de rubriek Nederlandse poëzie vallen ditmaal met een cyclus toe aan Nico Slothouwer, die in dtr (herfst 1980) debuteerde met zes gedichten, sinds winter 1981 redactiesecretaris is en maar spaarzaam publiceerde. H.L. Prenen is hier met één eigen gedicht vertegenwoordigd. (In Light Verse keert hij als Belli- en Heine-vertaler terug, naast werk van eigen hand.) Ook Mees Houkind keert in beide rubrieken terug.
Vertaald proza bevat een verhaal van de in Nederland wonende Amerikaans-Poolse schrijver M.S. Arnoni, satires van Umberto Eco (De naam van de roos) en een voorpublikatie uit de nieuwste roman van Philip Roth, De anatomische les.
In Light Verse keert naast de onvervangbare veteranen Drs. P en Kees Stip ook de Deense ‘groekenist’ Piet Hein terug.
Van E.M. Forster, tenslotte, een essay dat zijn overtuigende visie geeft op het aloude begrip ‘Kunst om de kunst’.
De overvloed aan materiaal dwong ons ook deze keer weer tot 32 extra pagina's, mogelijk gemaakt door een ‘douceurtje’ van uitgever Bert Bakker. Daar het Herfstnummer een geheel Belgische aangelegenheid gaat worden, zouden onze inzenders anders hebben moeten wachten tot het Winternummer.
Redactie