| |
| |
| |
Twee gedichten
Nikolaj GoemiljóvGa naar eind*
Sonnet
(Vertaling Werkgroep Slavistiek Leiden)
Ik ben vast ziek: verward is mijn gemoed,
Mensen en woorden zijn me gaan vervelen,
Ik droom van diamanten, kroonjuwelen
En van een kromzwaard, druipend van het bloed.
Ik ben (wat ik al tijden heb vermoed)
De nazaat van een wrede Hun, een schele,
Bloeddorstige Tataar en over vele
Eeuwen heen laait de koorts, die in mij woedt.
Ik zwijg en smacht - de muren zijn geweken,
Daar is de oceaan, de golven breken.
Granieten kusten in het avondrood.
Ik zie een stad, met parken en met pleinen,
Met blauwe koepels, bloeiende jasmijnen,
Wij vochten daar... Ach ja! Ik werd gedood.
| |
Сонет
Я верно болен: на́ сердце туман,
Мне скучно все, и люди, и рассказы,
Мне снятся королевские алмазы
И весь в крови широкий ятаган.
Мне чудится (и это не обман),
Мой предок был татрин косоглазый,
Свирепый гунн...я веяньем заразы,
Через века дошедшей, обуян.
Молчу, томлюсь, и отступают стены -
Вот океан весь в клочьях белой пены,
Закатным солнцем залитый гранит,
И город с голубыми куполами,
С цветущими жасминными садами,
Мы дрались там...Ах, да! Я был убит.
| |
| |
| |
Islam
(Vertaling Karel van het Reve)
Wij dronken in de nachtkroeg zwijgend chianti
Toen binnentrad, en vroeg om cherry brandy,
Een lange en al grijzende effendi,
Ten aanzien van het Westen uiterst anti.
Ik sprak tot hem: ‘Schei uit. Er is geen klant die
Hier warm loopt voor een opgeblazen dandy.
Spreek me niet van het Oosten, want ik ken die
Verhalen van de trouwe Damajanti.’
Hij zuchtte treurig, nauwelijks verstaanbaar:
‘De zwarte steen in Mekka, de Kaäba,
Is vals, volgens Hebreeuwse specialisten.
En bovendien, wat jullie nog niet wisten:
Onlangs is er een baardhaar des profeten
Door Christelijke muizen opgegeten.’
| |
Ислам
О.Н. Высомской
В ночном кафе мы молча пили кьянти
Когда вошел, спросивши шерри-бренди,
Высокий и седеющий эффенди,
Враг злейший христиан на всем Леванте.
И я ему заметил: - ‘Перестаньте,
Мой друг, презрительного корчить дэнди,
В тот час, когда, быть может, по легенде
В зеленый сумрак входит Дамаянти’. -
Но он, ногою топнув, крикнул: - ‘Бабы!
Вы знаете ль, что черный камень Кабы
Поддельным признан был на той неделе?’ -
Потом вздохнул, задумавшись глубоко,
И прошептал с печалью: - ‘Мыши съели
Три волоска из бороды Пророка’. -
|
-
eind*
-
Nikolaj Goemiljóv (1886-1921) was de belangrijkste theoreticus van het akmeïsme, de poëtische richting die zich afzette tegen het symbolisme en die Achmatova en Mandelstam als belangrijkste representanten had. Van 1910 tot 1918 was hij met Achmatova getrouwd. In 1921 geëxecuteerd om zijn aandeel in een tegen de sovjetregering gerichte samenzwering. De Lantaarn in Leiden publiceerde als Cahier 28 van hem Gedichten, vertaald door Erik Stolk en Peter Wilmer.
|