De Tweede Ronde. Jaargang 5



[pagina 128]
Uit de cyclus ‘Saskia’ Alexander Pola [Als ik straks gek geworden ben] Als ik straks gek geworden ben Dan komt de psychiater, Verklaart de oorzaak tot symptoom En noemt wat éérst kwam ‘later’. Dat ik van jou houd - stelt hij vast - Geeft reeds voldoende blijk Van dat ik reeds krankzinnig wás... Hij heeft misschien gelijk.
[Ik kan nog zwemmen] Ik kan nog zwemmen, bergen klimmen, Geniet van wat ik drink en eet, Van bars en disco's. En ik weet Zelfs fit te blijven zonder trimmen. Ik leef zoals ik placht te leven, Ik werk nog hard en competent. ‘Zo on-ge-loof'lijk jong als jij gebleven bent! Fantastisch!’ roepen zij, die mij omgeven. Het feit slechts, dat ik nog beminnen kan Bestempelt mij terstond tot vieze oude man.
[Het eind sluipt alle dagen naderbij] Het eind sluipt alle dagen naderbij En alle dagen groeit de hunkering in mij Naar jou, die elke dag mijn leven meer vervult, Waaruit je elke dag je meer verwijd'ren zult. Ik ben te wijs om mij nog zelf iets wijs te maken, Te oud ook om daartegen steeds te kunnen waken. Zo is mijn dwaze hoop uit wanhoop opgetrokken En mijn zo broos geluk uit zelfgemaakte brokken.