De Tweede Ronde. Jaargang 5(1984)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 125] [p. 125] Supercatch Paul van Mook Met de bedoeling hem lam te slaan gaf ik een dreun; het viel tegen hoe hard zijn kaak was. Hij stond op en deelde een optater uit die me van de grond tilde, me bijna in een parkeerbaan om de aarde lanceerde; maar ik kwam te- rug en bleef. Snel als de bliksem trof ik zijn oor, scheurde dat af, hij duizelde maar herstelde zich. Voor ik het wist had hij met een klap mijn wenkbrauwen afgeschoren. Ik ripos- teerde met een dreun op zijn buik, het weekste deel daarvan, en ont- velde mijn vuist. Hij revan- cheerde met een trap tegen mijn dij, een flard scheurde er uit, hij ver- loor een teen. [pagina 126] [p. 126] Ik retour- neerde een oplawaai die hem drie tanden kostte, maar hij mij een watjekou die mijn linkerbeen brak. Hij kreeg een lel die zijn strottehoofd deed kraken, ik een loei in mijn middenrif, die me deed wankelen. Zo gingen we door. Drieëndertig uur lang vlogen de stukken er af, in het stadion van Bogo- tà, onder het toeziend oog van tienduizenden supporters, die juichten en brulden aan een stuk door. Zo nu en dan gaven we elkaar injecties met helend sap, kameraadschappelijk. Toen we gereduceerd waren, tot ieder niet meer dan zes ons lillend vlees (het overige lag in brokken en flarden om ons heen) en er geen plaats meer was in onze resten voor nieuwe, levenschenkende injecties, kregen we een o- [pagina 127] [p. 127] vatie van het overgelukkige publiek, ap- plaus van de president, alsook een beker van de generaal; de stand was volgens hem ge- lijk. Gebroederlijk verlieten we het stadion, hand in hand. Meer was er van ons niet over, twee handen, van ieder een, die op de toppen van de vingers, met de duimen tegen elkaar leunend, naar de uitgang liepen. De trofee hebben we achter moeten laten. Vorige Volgende