De Tweede Ronde. Jaargang 5

[p. 123]

Berichten voor de fruitteler en andere gedichten
J. van Lakerveld

De vruchten van de wetenschap
zijn uitgekiend gekweekt
zijn fraai van vorm en bomvol sap
maar wat eraan ontbreekt
zijn vitaminen, eetbaarheid
hetgeen er dus toe leidt
dat zelfs een klant vol gulzigheid
aan scheurbuik overlijdt.

Men kweekt volgens een vast patroon
planmatig een produkt
en is dat nieuw en ongewoon
dan is de teelt gelukt.
Geen vitamien, geen calorie,
wel goed gekweekt en groot;
de teler sterft als een genie,
de klant de hongerdood.

De wetenschap werpt vruchten af
ovaal, driehoekig, rond.
De consument, hem wacht het graf,
hem wacht de koude grond.
Wie een citroen wil eten
vol vruchtvlees en vol sap
moet vaak de knollen vreten
van dit soort wetenschap.

Gebakken peren zijn de vrucht
van heel wat wetenschap.
De klachten zijn niet van de lucht.
Ik denk dat zeggenschap
van klanten over kwaliteit,
over wat eetbaar is
de winkel vult te zijner tijd
met fruit, waar vraag naar is.

[p. 124]

 

Kauwend op een droge korst

 

zat aan een beek een brave borst,

 

die smachtte naar het koele nat,

 

maar een rapport gelezen had,

 

waardoor hij het niet drinken dorst.

[Een kluizenaar dat is een man]

Een kluizenaar dat is een man,
die mensen mijdt, omdat hij van
de mensen die hij ondanks dat
ontmoet heeft op zijn levenspad,
maar weinig mensen velen kan.

[Toen hem gevraagd werd: wie rook]

Toen hem gevraagd werd: wie rook
er het meest naar wierook?
dacht de pater in het geniep:
Hij die op het water liep.
Die rook nog naar wier ook!

[Een man wiens kleine woordenschat]

Een man wiens kleine woordenschat
ik minstens op zes woorden schat
zegt tot de vrouw die hem bemint
als zij hem vraagt hoe hij haar vindt
‘Ik heb daarvoor geen woorden schat’