De Tweede Ronde. Jaargang 5

[p. 58]

Twee gedichten
Frans Kuipers

[Mooi ooit]

mooi ooit
in parken, portieken

drukte je vochtige
snor in het donker

bloemgoede
jij kon me maken jij was
de heelster-met-de-wonde

jij klokte m'n gouduur
jij was m'n hei
m'n duinpan, m'n zon-in-'t-woud

m'n hotel-
debotelkamer

in deze wereld
met geestdrift met zangrecht

sinds het jaar nul:
jou is de jodel

[p. 59]

[Die babbels had]

die babbels had & vol grapjes zat
dwars lag en lak had

door later land
gedeisder reist hij

over verre bergen zeilen wolken;
ánderen betalen de keizer niet

avond windstil
driehoog staat er een

boven een donzen hoofd gebogen
(je kanus kaalt al aardig vader)

zingend een
lullig liedje een lullaby