De Tweede Ronde. Jaargang 5(1984)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 56] [p. 56] Vier gedichten Theo de Jong Mantelmeeuw Van de onaanraakbare dingen zijn meeuwen de mooiste. Hij reist in rechte lijn vlak boven de golven, ons kielzog langzaam kruisend. Geen doel, geen spoor, geen toekomst of afkomst te zien. Een zwerver, anoniem. Even een heuvel van lucht over, dan trekt hij de draad van zijn vlucht weer recht, zijn hartslag wiekslag één beweging die zich onbewogen losmaakt van wat hem vastlegt. Eenzaam Eenzaam eet niet, eenzaam heeft een mond om te zoenen, eenzaam draagt met schrikdraad bestikte kleren en houdt zich voor gezien, zit schilderachtig aan het raam en minacht het mondriaan der overburen, herkauwt de uren, hoort beneden neuken en boven kijven, ziet zich knikken, knikken maar naar niemand. [pagina 57] [p. 57] [Ik droomde van dood gaan] Ik droomde van dood gaan, ontwaakte te laat. Hanen vochten hun duistere duels uit, bomen fluisterden van wind, het huis zweeg als het graf. De dag brak de nacht af. Als er maar geen dromen ontstaan uit dood gaan. [Van bladeren ontdaan] Van bladeren ontdaan, de wind ontspringend zetten takken zich af tegen de onbewogen boom waaruit zij bestaan. Vorige Volgende