De Tweede Ronde. Jaargang 5(1984)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 47] [p. 47] Twee gedichten Maarten Doorman V. Huszar, Compositie II. Schaatsenrijders (1917) Niet de luchten, het okeren licht, geen kale bomen, niet een vergezicht van kinderen met sleetjes, de vogels noch de rode zon komen op dit gestolde water voor. Hier wordt gereden op het scherpst van de snede tussen iets nog van ijspret en de laatste stap van louter kleur en vlak. Hier slaan schaatsers steeds trager hun slagen, vallen net niet in de onzichtbare vrieskou uiteen. Waar het landschap, waar aandacht ontbreekt, blijft geen figuur op de been. Geen figuur blijft, als niet alleen dat evenwicht wordt betracht. [pagina 48] [p. 48] In memoriam J.S. sr. Niet het wegvallen is het onoverkomelijke. Want vallen is, weg is nog iets. Voor verlies geen punten, maar het is nog een uitslag, een slag van het hart. Het staken van de wedstrijd door de man in het zwart doet ze pas weglopen, de tallozen: niets blijft bij het werkelijk eind dan wat vertrapte bekers, een paar dozen en verpakkingen van het moment. Dit valt niet te rijmen, niet met al die jaren en mensen: lachwekkende doelen, park zonder bomen, lijnen die niets meer begrenzen. Vorige Volgende