De Tweede Ronde. Jaargang 4
(1983)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 86]
| |
PredikantVanmorgen preekt het Galmgat weer,
het pathos zwelt in zijn gemoed
en hij probeert - het klinkt zo goed! -
in elke volzin wel 'n keer
of de echo het nog doet.
| |
PredestinatieAl zijn we zo kwaad niet,
tòch: rijp voor de hel! -
Want Liefde bestaat niet,
maar God wel!
| |
Vrouw van RubensHaar weelde bloeit aan alle kanten
(bijeengesnoerd door spang en spanten)
waar zij 't, vol zon en zomergoud,
nog net binnen de perken houdt,
wat haar goddank maar amper lukt
als ze even zich voorover bukt.
| |
[pagina 87]
| |
De eenzaatnaar Wilhelm Busch Wie eenzaam blijft die heeft het goed;
geen mens is er die hem wat doet.
Verborgen in zijn lustpriëel
koos hij sinds lang het beste deel
waar niemand hem met wijze lessen
tot nut van 't algemeen kan pressen.
Terzij der wereld gaat hij stil
op zijn pantoffels waar hij wil,
ja zelfs kan hij met welbehagen
de ganse dag zijn slaapmuts dragen,
en als een schoorsteen mag hij roken
en in zijn keuken overkoken
en onbeperkt de vaten breken,
want niemand staat met boetepreken
gereed de sporen van zijn feilen
weer grondig van de vloer te dweilen.
Hem stoort geen vrouw of huisgenoot,
en komt hij goed en wel op stoot
dan mag hij luid en krachtig niezen
of toeteren, al naar verkiezen.
Ook kan hij bij het middagmalen
zichzelf op allerlei onthalen
en ver van onbescheiden blikken
tenslotte nog de pan uitlikken.
Geen mens hoeft iets van hem te weten,
zo raakt hij zoetjesaan vergeten
als eremiet en buitenbeentje,
want hoogstens vraagt er wel eens eentje:
‘Wat, lééft-ie nog? Wel sakkerloot!
Ik dacht: die was al jaren dood.’
Kortom - bedienend op uw wenken,
wat kunt gij schoner lot bedenken!
Waaruit met recht dus volgen moet:
wie eenzaat blijft, die heeft het goed.
|
|