De Tweede Ronde. Jaargang 4(1983)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 30] [p. 30] Zes gedichten Frans Kuipers Kalmer worden, op de waakvlam branden, gestager, bedachtzamer tegendraads - Onder geen vlag meer varen dan de bonte zelfgelapte! Voortborduren. Verder werken - Door geen gouden gids vermeld - Breinjutter. Handwever. Letterknecht. Nu kloosterordes wankelen: Dit gilde hield stand. Spinstil in een hoekje zitten schilderen, mengend op het palet bramenpaars, stuifmeelgeel met langvervlogen zomers vlindervleugelpoeder. Met zwart zaad, moedermelk, bloed, zweet & pis zijn kleur bekennen. * En dan, diep in de polder, moe van het lopen, verbrand door de zon, tegen een hek in een wei te liggen. (Er komt een koe op je toe.) Stilte. Vogels. Bloemengeur. Men denkt: Arcadië, maar om je heen - we surveilleren nu even boven het gras in de blauwe helikopter van een libel - schilddragers, zwaardvechters, gifspuiters; een nietsontzeggende strijd waarin ogen, poten, koppen vallen en verorberd worden. [pagina 31] [p. 31] Bars. Bistro's. Restauranten. Hier was je goed in: Je zat bij het raam en staarde naar buiten. Algebra der straten. Nachten onder Neons kroon. Rome. Oujda. Barcelona. Alle steden koken over. Liedje van verlangen. Liedje van niks. Dans van de kaarsvlam die popelt op haar pit. O bij de bieravonturiers. Lichtstappers. Zelfkanters. Downtownse clowns - Vul de glazen en bedot ons met darlings - Tussen de borreltafels bij Chaos te gast: Ik zweer dat ik zweefde. * Ogenblik dat voortduurt - kring na kring in het water rond de steen die al lang op de bodem van de sloot ligt, of liever nog druppel in het water gevallen breng me die maar eens terug. [pagina 32] [p. 32] Die plotseling opduikt uit het donker, loopings om de lamp maakt; 'n ikarus die finisht, aantikt, vliegt dat het poedert - mot, kamikaze-piloot. * Ha, vandaag, lopend, plots, tik op m'n neus van jou, vriend van de vrolijke bries, koolwitje, schots en scheve schaatster, ha. Vorige Volgende