De Tweede Ronde. Jaargang 3
(1982)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 81]
| |
BalladettenGa naar voetnoot*
| |
[pagina 82]
| |
Voor stadsen heeft de winter weinig waarde
Geen grillig hardbevroren karresporen
Geen sneeuw, maar vieze smurrie, kleffer, zachter
De winters van mijn jeugd... ze zijn verloren
Toen ik mij onder stedelingen schaarde
Ontdekte ik als heimweevolle smachter
De winters van mijn jeugd... ze zijn verloren
| |
& Drs. PDe vader van mijn moeder keerde weer
Van vreemde namen op de wereldkaart
Bepakt, gebruind, vermoeid (dat zag men wel)
En hoeveel goud was eigen haard niet waard!
't Gezin zat juist aan 't middagmaal terneer
Het kind sprong op. De ega sprak bedaard
‘Zo, ben je daar, Henri?’ (De tafelschel)
En hoeveel goud was eigen haard niet waard
‘François, nog een couvert hier voor mijnheer’
(Het feit is al geruime tijd verjaard
Ik heb 't gehoord zoals ik het vertel)
En hoeveel goud was eigen haard niet waard?
Hij was beroemd, bekwaam, een man van eer
Zij dirigeerde 't huiselijk bestel
En hoe! Veel goud was eigen haard niet waard
|
|