De Tweede Ronde. Jaargang 3



[pagina 78]
Twee gedichten Kozmá ProetkóvGa naar voetnoot* (Vertaling Nelis Klokkenist) Junker Schmidt (Heine gevolgd) De zomer vliedt. Het lover rot. Rijm ligt op de daken. Junker Schmidt wil met een schot er een slot aan maken. Wacht, ontzinde! wacht, het lover keert straks groener weer... Junker Schmidt! 't wordt heus weer zomer, op mijn woord van eer!
Heugenis van weleer (Heine gevolgd) 'k Zie je nog als maagdje voor me, - weldra wordt het veertig jaar! - 't keursje veel te vast geknoopt en onder 't vuil je boezelaar; Nee, dat keursje zat niet lekker!... en je vroeg me in 't geniep om het voor je los te knopen, omdat het zo lastig liep. Trillend van de alteratie heb ik 't voor je los gedaan, - jij bent lachend heen gelopen, ik echter bleef peinzend staan...	voetnoot* Onder het collectieve pseudoniem Kozmá Proetkóv staken de gebroeders Alekséj en Vladímir Zjemtsjóezjnikoven de nog steeds zeer veel gelezen dichter, prozaïst en toneelschrijver graaf Alekséj Tolstój de draak met allerlei literaire uitwassen in het begin van de tweede helft van de negentiende eeuw. Bovenstaande Proetkóvs zijn van Tolstójs hand en vormen een reactie op de vele slechte navolgingen van Heine in Rusland. Heine werd overigens uitstekend in het Russisch vertaald, vaak door dichters van naam, zoals dezelfde Tolstój. (N. K.)