De Tweede Ronde. Jaargang 3

[p. 117]

Kroegverzen
Jan Boerstoel

Mooi genoeg

Een sigaret stikt in zijn eigen as,
het aangeboden bier wordt langzaam bitter,
er trekt een roestig waas over de glitter.
Ik wou, dat het een beetje vroeger was.

Voor Gerard Reve

De dag doet mij de dampen aan,
maar 's avonds met de lampen aan
maakt Koning Alcohols bewind,
dat ik het niet zo erg meer vind.

Natuurliefhebber

Het mooiste uitzicht
volgens mij,
zijn veertig flessen
op een rij.

Linguïstiek

Wanneer men spreekt over ‘de kroeg’,
dan luidt het meervoud ‘kroegen’.
Doch slechts zeer zelden heeft ‘genoeg’
te maken met ‘genoegen’.

[p. 118]

Filosofie

Ik ken het klappen van de zweep,
ik ken de regels van het spel,
ik ken de zin van het bestaan,
maar als ik drink dan gaat het wel.

Ochtendmens

De morgen kost
normaal al strijd,
maar zeker tegen
sluitingstijd.

Enfin

Zo is het leven
nou eenmaal, weet je,
en drinken helpt niet,
maar soms een beetje.

Kwatrijn

De weg hierheen moest ik al knap bezuren
en bovendien zit ik hier nu al uren,
dus blijft mij niets meer dan de zekerheid:
de weg terug zal nog veel langer duren.

[p. 119]

Keuze

Drinken
doet een beetje zeer,
maar nuchter leven
nog veel meer.

Spreekwoord

Alcohol en meiden,
dronkenschap en lijden,
waar een wil is is een weg,
maar soms ontbreken beide.

Vrolijke dronk

Ik moet altijd zo huilen
om alles wat ik weet.
En altijd weer zo drinken,
voordat ik het vergeet.

Goeie nacht

Tijd om weer naar huis te gaan.
‘Vrienden, ik ga pitten.’
Godzijdank, ik kan nog staan.
‘Laat de rest maar zitten.’