De Tweede Ronde. Jaargang 3(1982)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 154] [p. 154] Lokaal van een lagere school in een achterbuurt Stephen Spender (Vertaling Willem van Toorn) Ver ver van ruige golven deze kindergezichten. Als onkruid zonder wortels, hun haar wild om hun bleekheid. Het lange meisje met haar hangend hoofd. De papier- Bleke jongen met ratteogen. De onvolgroeide, misdeelde erfgenaam Van kromme botten, die de knoestige ziekte van een voorvader Opleest, zijn les, van zijn bank. Achterin de schemerige klas Eén kind onopgemerkt, lief en jong. Zijn ogen leven in een droom Van eekhoornspel in een boomruimte, een andere dan deze. Aan de zuremelk-wanden gekregen dingen, Shakespeares hoofd, Wolkenloos in de ochtendschemer, beschaafde koepel boven alle steden. Met klokken, bloemrijk, een Tirools dal. Kaart met open handen Die de wereld beloont met zijn wereld. En toch zijn voor deze Kinderen deze ramen, niet deze wereld, de wereld, Waar heel hun toekomst is geschilderd met een mist, Een nauwe straat dicht onder een loden lucht, Ver ver van rivieren, kapen en sterren van woorden. Shakespeare is toch zeker slecht, de kaart een verkeerd voorbeeld Met schepen en zon en liefde die hen verleidt tot diefstal - Voor levens die sluw ronddraaien in hun benauwde holen Van mist tot eindeloze nacht? Op hun sintelhoop dragen Deze kinderen vel waar botten doorsteken en stalen brillen Met geplakt glas, als flesscherven op stenen. Al hun ruimte en tijd is mistige achterbuurt. Dus wis uit hun kaarten met achterbuurten groot als een vloek. [pagina 155] [p. 155] Tenzij, bestuurder, meester, inspecteur, bezoeker, Die kaart hun raam kan worden en deze ramen Die hun bestaan afsluiten als catacomben Breken O openbreken tot ze de stad wegbreken En deze kinderen zicht geven op groene akkers en hun wereld Hemelsblauw laten stromen op gouden stranden, en hun tong Naakt boeken in laten lopen, de wit en groene bladen open Geschiedenis aan hen wier taal de zon is. Vorige Volgende