De Tweede Ronde. Jaargang 3(1982)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 43] [p. 43] Twee gedichten Renée van Riessen In de kijker De zeearend is weer gesignaleerd er stonden veertig auto's op de dijk en in het water zat de held te kijk, grimmig tussen de ganzen aangemeerd. Geklemd tot deze vijver is zijn rijk niet meer van alle tijden, hij regeert nu kijkervolk, dat kijkt en nooit iets leert. Ze staan tot aan hun hielen in het slijk. Wel vragen zij zich af wat hem bewoog de polder aan te doen met een bezoek - dit vlakland is geen plaats voor majesteit. Ooit troonde hij toch hoog in het vaandeldoek en vochten legers met zijn wakend oog in het blazoen. Waar is die mooie tijd? [pagina 44] [p. 44] Het water kent zijn gronden niet Het water kent zijn gronden niet de zwaan vouwt zijn vleugels dicht en kijkt niet om. Er zit een vogel gedoken in het oeverriet. Dit is de diepte waar geen licht meer schijnen wil en lieve stemmen dringen er niet door. Elk geluid sterft weg voor het ontvangen is: een zachte aanvaring met de stilte. Alleen het donker raakt me aan, ik buig me en verberg mijn vingertoppen die schuw zijn geworden. Er liggen snaren te wachten, ze trillen geluidloos - maar het water kent zijn gronden niet de zwaan vouwt zijn vleugels dicht en kijkt niet om. De vogel zit gedoken in het oeverriet. Vorige Volgende