De Tweede Ronde. Jaargang 3(1982)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 40] [p. 40] Drie gedichten Paul Leive Mijn kind zwerft in Patagonië Niets in zijn mars dan de tafel van twee. Moet hij met dat trouwe stukje touw de jakhals lasso'en, kobolden in teugels doen? Ook al vindt hij onder gruis een hamer tegen het tierend beest, stumperig gaat straks de hand, zoals vroeger met zijn vork. ‘Ach meneer, dat spul dartelt toch van dag naar dag’ Stel dat het kind sterft in Patagonië, zijn stem ketst al zo zwak tegen de boksbal van de zon. [pagina 41] [p. 41] Om de Paasbokaal Leipzig wordt dit jaar een robbertje verzustering. Daar zijn de bleezers rond hun jonkheer van het sportverbond. Pak aan de snoepjes tegen het bloeden. Nu kapt jonkheer alle banden door met thuis. Wat happen onze meiden vlinderend naar roem. Die Jutta Gutskow zakt voor eigen legioen naar het randje van de ranglijst. Het dundoek straks en al dat snaterend rood, de boerenmarsen boven het bad te Leipzig! Opgescheept Net een kreupel kind te hebben en een leven mee te trekken. Soms komt dan de gore lef, je stamelt onder het stortbad dat je het gaat smoren of van de richel af zal duwen, als het nog ademt, nog steeds een beetje zucht. Vorige Volgende