De Tweede Ronde. Jaargang 3(1982)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 38] [p. 38] Drie gedichten Cees van Hoore De elzenhaag Kleine vergrijpen en handtastelijkheden onderling; eerst samen bidden: zegen deze straf. Hartstocht school er in zijn blik ondanks de afgemetenheid van elke slag. Zó keek hij in het voorjaar vaak, als hij langs heggen slenterde, een eind van haar vandaan, en hij zijn rotting zwiepen liet, de elzen schond, jong blad dat nog moest opengaan. Toezicht Rode wanten aan, fleurige muts met ballen op, stormt hij naar het midden van de besneeuwde speelplaats en rukt de wip omlaag waarop de ander zit. Dan, met de mond, die moeders wang straks vlug beroert, spuugt hij hem in het gezicht. [pagina 39] [p. 39] Weerschijn De Nice-Matin meldt elders sneeuw, isolement, hoe mensen zich een uitweg graven. Hier zijn de dagen mild. Soms grist wind wat losse bloesems uit de hagen. Dit seizoen brengt de begeerde rust, maar in de stille lounge schrijft niemand brieven meer. Langs vastgesjorde jachten schuifelt hij, langs rijen lege stoelen, naar de zee gekeerd, tot aan 't casino op de landtong, waar speeltafels zijn afgedekt met witte lakens. Ernaast, op de vertrouwde bank, rust hij wat uit. In zijn brilleglazen flonkert goud, dat aan de horizon ligt opgeslagen. Vorige Volgende