De Tweede Ronde. Jaargang 2(1981)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 61] [p. 61] Vijf gedichten Renée van Riessen Hof Wie zich een hofbouwt, mag er wonen. Hij grift zijn naam in alle bomen, hij prent zijn voeten in het zand. Zijn handen zijn stokken, hij spant er zijn tent mee. Zijn ogen gloeien van vuur. Zijn mond is een heldere bron. Zie de held - hij houdt de wereld in zijn hand. Heining Die dag heeft ze de zwakke plekken in de heining weer gedicht. En droog klonk in de omtrek urenlang de hamer op het hout. Ze doofde bij het donker eigenhandig alle licht. Eenvoudigweg alleen. Zo had haar hand de heining ook gebouwd. [pagina 62] [p. 62] Op de helling 1. De sleper komt om negen uur. Ik zie aan het einde van de gracht om drie voor negen touwen losgemaakt, de kapitein rechtop achter het roer. Hij ging op weg om mij te halen. Hij komt, alsof hem niets gebeuren kan. Ik wacht, minuten schuiven in elkaar zodat een helwit vacuüm ontstaat. Hetzelfde schip dat komt en gaat sluit zich om toekomst en herinneringen, het brengt vervulling, alle vaart is nu ontnomen aan de loop van dingen. De tijd bestaat niet, ze is leeg gemaakt. Er is geen ruimte voor een andere daad. 2. We varen onder zon en regen achter de sleepboot naar het Westerdok. Als ik mijn huis zo duidelijk voel bewegen, gaan de vertrouwde banden langzaam los. Op het buitenwater is het een notedop, meer niet, die botst tegen de sleper Maar als de voordeur weer geopend wordt zie ik de binnenkant: mijn hele leven. Ik zoek de plaats op voor mijn eigen raam (maar vind hem niet, er is een ander zicht) en zeg: ‘Vandaag ga ik mijn huis verslepen. Hoe zet ik bodem onder dit bestaan? Ik vaar me weg onder mijn eigen zon. Eén voet aan wal, geen poot meer aan de grond’. [pagina 63] [p. 63] 3. Wanneer het zondag is en mistig weer volgt er een wandeling naar het Prinseneiland. De Kleine Bickersstraat is donkerbruin, tussen twee loodsen heb je beter zicht: Kijk, hoog boven het water huist mijn woon. Hebben en houden op de helling nauwkeurig schoongespoten. Daarmee traden alle gebreken voor het eerst aan het licht. Op maandag is geboord, van de uitslag geeft mij de meester mondeling bericht: het water is de bron van alle kwaad. Nu wordt met pek de zonde zwart gestreken, want voor vergeving is het al te laat Over mijn bodem gaat een streng gericht. Vorige Volgende