[De Tweede Ronde 1981, nummer 3]
Voorwoord
In dit Herfstnummer van De Tweede Ronde vindt u aan Nederlands Proza een Australische vertelling van Ben Borgart, een droomdocumentaire van J.W. Holsbergen en van Hans Plomp een totaal nieuwe visie op Paradijs en Zondeval.
In Nederlandse Poëzie dit maal werk van twaalf dichters, onder wie Adriaan Morriën, Max Nord die na een lange stilte weer schrijft, Jean Pierre Rawie en Martin Veltman, van wie eerdaags resp. bij Thomas Rap en Polak & van Gennep nieuwe bundels verschijnen, maar ook een zestal (bijna-)debutanten: Frank van Dijl, Mees Houkind, Dick Huisman, Johan de Koning, Paul Leive en D. van Wieringen - een nieuwe generatie dichters tot wie ook Cees van Hoore, Renée van Riessen en Nico Slothouwer, die in eerdere nummers debuteerden, gerekend kunnen worden. Is er iets gemeenschappelijks in het werk van deze nieuwe Tachtigers, of berust wat hen verbindt uitsluitend op voorkeur van redactiewege? Al deze dichters zijn uitdrukkelijk zichzelf wat betreft idioom, thematiek en gekozen vorm. Toch is er wel iets te noemen dat ze gemeen hebben: ten eerste een sterke persoonlijke inzet, ten tweede ernst, ten derde economisch en trefzeker taalgebruik.
In Essay en Anthologie aandacht voor de negentiende eeuwse light verse-dichter J.J.A. Goeverneur, en wat het eigentijdse light verse betreft bijdragen van Jan Boerstoel, Simon Knepper, Drs. P, Driek van Wissen, en van Nelis Klokkenist, nieuwe vedette in het genre.
In vertaling presenteren wij in dit nummer speciaal de Amerikaanse dichter E.E. Cummings, wiens portret het omslag siert en die vertegenwoordigd is met tekeningen, een paar proeven van zijn proza, en vooral met twintig gedichten, geschreven tussen 1916 en 1962, het jaar dat hij stierf. Voorts vertaalde poëzie van onder meer Blake, Blok en Catullus, opnieuw gedichten van Mallarmé, rondelen van Charles d'Orléans en een ballade van de vijftiende eeuwse feministe Christine de Pisan.
In Vertaald Proza, behalve Cummings, werk van drie schrijfsters uit het Engelse taalgebied die pas posthuum of bijna-posthuum de eer kreeen die hun toekwam, Kate Chopin, Tean Rhys en Virginia Woolf.
Redactie