De Tweede Ronde. Jaargang 2(1981)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 159] [p. 159] Drie gedichten Paul Verlaine (Vertaling Peter Verstegen) Het huilt in mijn hart De regen valt zacht op de stad. (Arthur Rimbaud) Het huilt in mijn hart Als op de stad de regen. Wat voor stemming zo zwart Neemt bezit van mijn hart? O zacht regengeluid Op straat, op de daken! Voor mijn landerigheid O dat zingend geluid! 't Huilt zomaar in dit hart Dat zichzelf niet kan harden. Wat! Geen die je verraadt? Dit hart treurt zomaar wat. Dat is wel 't ergste lijden Dat ik niet weet waarom, Liefde of haat, geen van beide, Mijn hart toch zo moet lijden. [pagina 160] [p. 160] Het zal een zomerdag.. Het zal een zomerdag vol zonlicht zijn: De grote zon, die met mijn vreugde heult, Zal jouw lieftalligheid tussen satijn En zijde nog lieftalliger doen zijn. Puur blauwe hemel, als een hoge tent Die met zijn lange plooien weelderig rilt Naar ons gezicht, dat blij en bleek ziet van 't Afwachten, van dit groot geluksmoment. En als de avond valt en zoele lucht Strelende met jouw nachthemd spelen zal, Zullen de sterren met sereen gezicht Mild glimlachen naar het getrouwde stel. Schelpen Schelpen, in de grot ingebed, Waar wij elkaar in de armen vielen: Ze hebben elk hun eigenheid. Eén heeft het purper onzer zielen, Ontstolen aan ons hartebloed, Mijn liefdesvuur, jouw liefdesgloed. Die dáár spiegelt jouw kwijnend smachten, Je bleekheid als je moe en boos bent, Omdat mijn ogen om je lachten. Díe heeft de gratie van je oortje Mooi nagebootst, en die het roze Van je nekje, het dikke, korte. Maar één was er die me deed blozen. Vorige Volgende