De Tweede Ronde. Jaargang 2(1981)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 158] [p. 158] De toren Albert Samain (vertaling Jean Pierre Rawie) Waar van mijn gouden twaalf paleizen geen voldoet, geen dag mijn koninklijk gemoed nog kan bekoren, heb op een avond ik mijn marmren troon voorgoed doen plaatsen op het hoogste van mijn hoogste toren. En daar, verheven boven mensen en gedrang, leef ik alleen in 't stil azuur, en onbewogen aanschouw ik hoe zonsopgang en zonsondergang zich spieglen in 't verlaten water van mijn ogen. Ik leef verbleekt, de smaak van sterven in mijn mond. Onder mijn voeten slaapt de Aarde als een hond, terwijl mijn handen 's nachts tussen de sterren waren. Niets heeft mijn eeuwig starende ogen afgeleid; niets heeft mijn lege hart vervuld, waar wijd en zijd slechts dromen op de zee van mijn verveling varen; de Leegte heeft mijn ziel doen worden als de hare. Vorige Volgende