De Tweede Ronde. Jaargang 2(1981)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 150] [p. 150] Het geven van zichzelf Valery Larbaud (Vertaling Nini Brunt) Ik bied mij ieder aan als zijn beloning; Die geef ik u zelfs voor ge haar hebt verdiend. Er is iets in mij, Diep in mij, middenin mij, Iets oneindig dors Als de top van de hoogste bergen; Iets dat doet denken aan de blinde vlek van 't netvlies, En zonder weerklank, En dat toch ziet en hoort; Een wezen met een eigen leven, en dat toch Mijn hele leven leeft en onbewogen luistert Naar alle babbelpraat van mijn geweten. Een wezen gemaakt uit niets, als dat mogelijk is, Ongevoelig voor mijn lichamelijk lijden, Dat niet huilt als ik huil, Dat niet lacht als ik lach, Dat niet bloost als ik een schandelijke daad pleeg, En dat niet kreunt als mijn hart gewond is; Dat zich doodstil houdt en geen raad geeft, Maar eeuwig schijnt te zeggen: ‘Ik ben aanwezig, voor alles onverschillig.’ [pagina 151] [p. 151] 't Is misschien leegte zoals de leegte is, Maar zo groot dat het Goed en het Kwaad tezamen Haar niet vullen. De haat sterft er door verstikking, En de grootste liefde dringt er nooit in door. Neem dan alles van mij: de zin van deze verzen, Niet wat men leest, maar wat er mijns ondanks in doorschijnt: Neem, neem, ge hebt niets. En waar ik ook zal gaan, in het ganse heelal, Ik ontmoet altijd, Zowel buiten mij zelf als in mij, De niet te vullen Leegte, Het onoverwinnelijk Niets. Vorige Volgende