De Tweede Ronde. Jaargang 2(1981)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 46] [p. 46] Depot en andere gedichten Louise van Santen Depot Het gebeurde overdag en onverwacht: een gat van schrik gaapt in de straat en diep daarin - en hard dat vreselijke - dat ik jou deed. Mijn adem houdt de adem in luchtledig - staat recht in mijn keel ik schreeuw tegen herinnering maar het geluid is dood. Mijn schaamte is zo rood dat ik verdroog. Er ligt een heel depot van schrijnende momenten. Terwijl ik huil help ik een kind - verbaasd en ongevraagd een handje in mijn hand - het kruispunt langs en met een grote boog vermijd ik kijken in het gat. [pagina 47] [p. 47] Dagdromen Zij komen uit het niets en zij verdwijnen in het niets de Bedoeïenen van mijn dag; de bodem waar zij gaan barst - door verweerde droogte. De grond van mijn woestijn haast zonder plantengroei - de neerslag minimaal. Zij trekken voort vlak langs de kim in karavaan met bultige kamelen; zij stelen van mijn horizon zij gaan en komen gaan en komen zonder spoor door mijn nomaden-schijnbestaan. Gideon Ik besta niet voor jou jij bestaat niet voor mij; dood is voorbij de horizon - en ik dans op het graf van een strijd zonder kroon; toch werd jij koning - Gideon. [pagina 48] [p. 48] Geen spoor De golven rollen precies als vanmorgen en gisteren en de dag daarvoor; er is geen weg geen wig geen voor - toch heb ik hier zo net gezwommen. Traan Een kind zit met een schriftje; cijfers in hanepoten vallen over elkaar en over zijn gezichtje valt een stille traan - de zomer is vlak voor zijn raam. Kannibaals Hij brak het brood - en at het vlees hij schonk de wijn - en dronk het bloed het hoge goed en naastenliefde zijn toen gegroeid uit broederdood. Vorige Volgende