De Tweede Ronde. Jaargang 2(1981)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 43] [p. 43] Overgave (een cyclus) Renée van Riessen Overgave hij toch schenkt die hij liefheeft de slaap I Een eenzaam lichaam is alleen in bed. Bij nacht legt het zich neer, geduldig berust het in zijn ledematen. Een eenzaam lichaam levert onbeschermd hebben en houden uit. Het wacht op slaap, op een geluid dat zich herhaalt, op een gedachte die het rustig maakt maar die niet komt. De schapen gaan verdwalen - en niemand die ze roept. Nu trekken alle angsten zich samen op zijn huid, die geen verweer heeft, kwetsbaar, naakt. II Neerliggen is een daad van overgave die elke avond wordt verricht. Een lichaam geeft het op en wordt besprongen uit de kieren. Omsingeld door het duister heft het geen ogen naar de bergen op. Het is te laat. Geruis zonder gezicht spoelt aan. Er speelt nog één gedachte: dat het de dag niet zien zal. Nooit meer licht. [pagina 44] [p. 44] Bezwering Kom deze nacht het lichaam niet bewenen dat zich vandaag voor je verborgen heeft het heeft geen aanzien meer. Het is gereed de aarde los te laten door zich rondom met aarde te omgeven. Het is gebalsemd en met doeken overdekt. Nu wacht het niet met vrees en beven op wat jij zegt. Het heeft zijn baan volbracht. Enkel een woord is wet: het moet de nieuwe morgen af gaan wachten in ander licht. De bakens zijn verzet. To the inner citadel Ik heb me elke nacht voor je verborgen omdat ik niet kon geven wat ik had. Je handen waren vreemden en ze zochten hun wegen in een onbekende stad. Ik werd een wachter achter stenen muren, de uitgesleten trappen naar omhoog vluchtte ik dagelijks op, dan tuurde ik naar beneden of zich iets bewoog. Tot ik een torenkamer was geworden toen spookte het in de verlaten stad. Wat ik kon redden heb ik opgeborgen, omdat ik niet kon geven wat ik had. Het overige moest ik achterlaten een legioen heeft zich eraan bezat. [pagina 45] [p. 45] Lichaam Er loopt een eenzaam lichaam door de straat. Gestreeld wordt het niet meer niet langer aangeraakt het wordt door niemand liefdevol bekeken. Maar spiegelt zich in ruiten schichtig, bekijkt zichzelf niet openlijk, maar heel omzichtig. Het zoekt een plaats om heen te gaan en eindelijk alleen te staan. Om niet te zijn Niet - een lichaam bang alleen te zijn schaduwen te mijden en berging te zoeken waar het donker zich verdicht. Niet - een lichaam dat schuilt en wegduikt van zichzelf naar warmte, de vochtige oksels van de nacht, de plooien van het licht. En niet te zijn een lichaam dat om huis en haard te houden zichzelf verhardt, de wacht betrekt. Dat lichaam heeft geen huid. Het doet zijn plicht. Vorige Volgende