De Tweede Ronde. Jaargang 2(1981)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 35] [p. 35] Nederlandse poëzie [pagina 36] [p. 36] [Gedichten J. Eijkelboom] In de tuin J. Eijkelboom 1 Soms was het goed en zaten wij bijeen op aangetaste witte stoelen afkomstig uit een landelijk café - weet jij nog hoe dat plaatsje heette? Leven was toch een kwestie van vergeten. Wij keken in de ochtendzon en konden door het dansend zwart het zondagsblad al niet meer lezen. Zweet kon zijn gang gaan op het lijf dat eerder onder dekens lag te broeien. Bij de Earl Grey spraken wij over de sierklimop, die donkre bessen droeg in 't voorjaar, naar zijn aard, zoals hij straks in 't najaar weer zou bloeien. [pagina 37] [p. 37] 2 Tussen versleten en gescheurde van groen tot bijna blauw verkleurde planken bevonden wij ons wèl, keurden wij goed dat de Japanse kers maar kort zijn kitsch ten hemel hief. Wij hadden meer de esdoorn lief, pseudo-plataan die langzaam groeit, geen bloesem heeft maar kwistig zaait als wie niet weet dat hij bestaat en toch maar doet zoals het moet. De kind ren speelden in het gras en wilden dwingend van ons weten waar ook alweer de Noordpool lag. Soms was het goed. Het kon althans niet beter. [pagina 38] [p. 38] In het park Zoals de schemering de stammen vervaagt maar zelf nog vager is zo hangt een dunne groene mist tussen de nog te volgen takken. Geen mens dan wij. Hoor onze stappen: zoals gewoonlijk doelgericht en tegelijk zo vederlicht. Zin om te leven klinkt erin en ook iets van de nieuwe plicht om oude onrust af te vlakken. Maar 't is mij liever als verwarring ons straffe lopen onderbreekt. Hoor hoe een haan de maan toeschreeuwt. Zie uit die boom zijn pluimstaart hangen. Vorige Volgende