gere jonge plantjes met regenwater te begieten.
Toen zei iemand, tegenwoordig doen ze over de hele wereld chloor in het water.
Op dat punt stokte het gesprek.
De jonge vrouw informeerde of er soms nog meer nieuws was.
Ach nee, niks bijzonders, was de reaktie.
En weer werd het stil. Het begon te regenen.
- Zo wordt u nog nat - sprak Dezsö Deutsch, een kleine zelfstandige, hengelstokkenvervaardiger van beroep, tegen de verrezene.
- Geeft niks - zei mevrouw Hajduska. Ze hield juist van regen.
- Hangt ervan af, wát voor regen - merkte het oude vrouwtje op.
Mevrouw Hajduska liet haar weten dat ze zo'n lekkere lauwe zomerregen als nu bedoelde.
Apostol Barannikov gaf te kennen dat hém alle soorten regen gestolen konden worden, nattigheid immers schrok potentiële kerkhofbezoekers af.
De hengelstokken vervaardigende kleine zelfstandige zei dat-ie voor deze gevoelens alle begrip had.
Nu trad in de konversatie een langere pauze in.
- Vertel me dan toch wat! - verzocht de verrezene, de kring rondkijkend.
- Wat moeten we vertellen? - peinsde het oude vrouwtje -.
We weten niet zoveel interessants.
- Hoezo, is hier sinds de vrijheidsoorlog van 1848 dan helemaal niets meer voorgevallen?
- Ach - zwaaide de kleine zelfstandige -, er gebeurt altijd wel wát. Maar het is zoals de Duitsers zeggen: ‘Selten kommt etwas Besseres nach.’
- Zo is dat! - beaamde de taxichauffeur en aangezien hij eigenlijk alleen maar op klanten uit was geweest, wandelde hij teleurgesteld terug naar zijn wagen.
Men zweeg. De verrezene wierp een blik in de kuil waarboven de aarde zich niet gesloten had. Ze wachtte nog even, maar toen ze doorkreeg dat iedereen zo'n beetje uitgepraat was nam ze afscheid van de omstanders.
- Tot ziens dan maar - zei ze en vervolgens liet ze zich terug in haar kuil zakken.
Om te beletten dat ze over de glibberige klei uitgleed, reikte de