[De Tweede Ronde 1980, nummer 2]
Voorwoord
‘De Tweede Ronde’ heeft zijn ontstaan te danken aan een coup de folie à deux, of in het Nederlands, aan het feit dat de redacteuren een dubbele klap van de molen kregen, en voor ze daarvan bekomen waren een nieuw tijdschrift hadden gesticht. Want het getuigt van weinig werkelijkheidszin een literair blad te lanceren zonder intensieve voorbereidingen, zonder kapitaal en zonder uitgever.
Toch is het blad er gekomen, welwillend ontvangen en redelijk verkocht, en nu is, mede dankzij enige geldelijke steun van hogerhand, een tweede nummer verschenen met belangrijke bijdragen uit binnen- en buitenland, uit vroegere tijden en van deze tijd. Is het een Poesjkin-nummer? Nee. Het bevat weliswaar werk van twee Poesjkins, en tweevuldig werk van de beroemdste van de twee, aan wie wij ook de omslagtekeningen danken, maar dit nummer is toch te gevariëerd van samenstelling om het met één naam te verbinden. Het bevat Nederlandse en vertaalde poëzie van een dozijn dichters, verhalen van drie Nederlandse en één Russische auteur, de rubriek Light Verse met o.a. een nieuwe versvorm, de rubriek Anthologie, gewijd aan Jan Greshoff, de rubriek Essay (was: Opinie) waarin aandacht wordt gevraagd voor Frans Coenen en Anna Witsen, en voor Vladimir Majakovski, en dan nog Poesjkin in de rubriek Tekeningen.
Wij wensen de lezers veel plezier met deze tweede Tweede Ronde, maar bovenal doen wij een beroep op hen een abonnement te nemen, middels het kaartje in dit nummer, omdat een rendabele exploitatie zonder abonnees niet mogelijk lijkt. Wij bieden ruim zeshonderd pagina's leesbare literatuur per jaar voor een abonnementsprijs van f 32,-. Laat u de kans niet ontgaan dit blad in stand te houden.
De redactie