Het tweede deel van de nieuwe Overtoompsze markt-schipper, of vermaakelyke Leidsze Kaag
(ca. 1760)–Anoniem Tweede deel van de nieuwe Overtoompsze markt-schipper, of vermaakelyke Leidsze Kaag, Het– AuteursrechtvrijZynde Vercierd met de allernieuwste en aangenaamste Melodyen en Gezangen
Op een aangenaame Vois.IK leg zomtyds geheel vol Fantazyen,
Om dat myn Liefje my niet meer en agt,
Ik Zugt ik Ween schier Dag en Nagt,
Om dat ik haar niet zien of spreeken mag.
Schoon Lief waar dat ik ga of waar ik bin,
Gy speeld gestaadig Lief al in myn Zin,
Daar is niemand op de Aard zo schoon,
Die myn Behaagen kan als u Perzoon.
Schoon Lief kon ik u helpen met myn Bloed,
| |
[pagina 74]
| |
Ik schonk het u myn Lief op staande Voet,
Ik schonk u myn Hert tot een prezent,
Om u myn Lief te doen contantement.
Ik kwam by haar al in de Morgenstond,
Toen ik myn zoete Lief in Ruste vond,
Ik riep, ach! Hemel wilt myn dog bystaan,
Of anders zo moet ik nu Doolen gaan.
Patientie Lief als het anders niet weezen kan,
Dat ik schoon Kind u moet Verlaaten dan,
Zo schey ik Gerust van deeze Waereld af,
Om zo te daalen in het duister Graf.
Adieu dan myn Vlees, Adieu dan myn Bloed,
Om dat ik u myn Lief Verlaaten moet,
Zo neem ik myn keer tot God den Heer,
Die zal myn Verlaaten nu nog nimmermeer.
Die dit nieuwe Lied zo heeft Gedigt,
Het was een Kwantje zyn Hert was ligt,
Hy heeft het alzo wel Gestigt,
Al van de mooije Meisjes al van Mastrigt.
|
|