hun ontkleurde gewaden en stille gezichten rijzen zij daar voor ons op als schimmen uit een prachtig verleden.
Niet minder boeien ons de gobelins, waarop voorstellingen uit het leven der Heilige Maagd, geweven naar cartons van Rogier van der Weijden of van een zijner élèves. Vlakken van drie meter in 't vierkant, meesterlijk met levensgroote figuren gevuld, die als een statige hofstoet Maria omgeven: den grijsaard met de ietwat scherpe kin, dien we op zoovele werken van Rogier terugvinden, de ranke vrouwenfiguurtjes met schuchter gelaat en wereldschen hoofdtooi, aan wier voeten veelheid van bontkleurige bloemen; in 't gansche die mengeling van ‘Weltoffenheit’ en ‘Weltverschlossenheit,’ kenmerkend voor Rogier en Memling beide.
Geheel anders Quentin-Matsys in de vier tapijten, waarop tafreelen van de passie verbeeld zijn.
De slapende apostelen aan den ingang van den Olijvenhof met hun grove gezichten en plomp neergesmakte lichamen en meer nog de krijgsknechten die ginds den kruisdragenden Christus voortsleuren, zijn van een geweldig realisme, zij zijn van 't zelfde slag als de Shakespeariaansche beulen, die op 't Antwerpsche altaarstuk met duivelsch genoegen het vuur onder den heilige stoken. De hevigheid waarmede deze woestelingen den gevallene met trappen en slagen tot opstaan willen noodzaken, de geweldige gespierdheid van deze figuren brengen ons weer in herinnering, dat deze Vlaamsche schilder eigenlijk smid was van zijn ambacht, want hooren wij niet in den geest den dreunenden slag, waarmede hij eertijds den moker op het aanbeeld deed neerkomen, waar wij naast de visionaire figuren van Rogier, naast de teere schaduwbeelden op keizer Karel's lievelingstapijten, de actie dezer forsche kerels zien, waarvan de meest opmerkelijke wel de krijgsknecht is, die, terwijl de Christus onder 't kruis bezwijkt met alle macht op een jachthoorn blaast, om van zijn brute levenskracht en woeste vreugde te getuigen? Den zeer innigen kant van Matsys leeren wij, beter dan uit deze voorstellingen, kennen uit een paar tapijten, die een troonhemel voor Karel V versieren, een geschenk, dat