Tweemaandelijksch Tijdschrift. Jaargang 6(1900)– [tijdschrift] Tweemaandelijksch Tijdschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 71] [p. 71] Spinoza door N. van Suchtelen. Wijd wijkt de vale hei; mijn scherpe oogen turen Rusteloos door den mist die vloeit mijn voeten rond; Ik zie niet waar ik sta, ik zie niet waar ik stond, Maar gaande voel ik steeds diepteloos grauw me ommuren. Ik ben niet bang, mijn voet treedt vast den ruwen grond; Ik schrik niet zoo een wolk van wazige conturen Welt uit den mist; wat zijn die spokige figuren? Het dennenbosch?.... ik dwaal vreesloos-onzeker rond. Maar vóor mij zie ik plots een lichte lijn opblinken, Als boven 't grauwe duin vér streept de zilvre zee; ‘Hier is mijn weg’ en 'k ga, zacht-fluitend, wel-tevree. Zoo vreesloos dool ik om op 's Wetens vale hei, En zoek somber-gerust, waar nev'len me overzinken; Doch vind 'k úw witten weg; hoe ga 'k dan licht en blij! - Vorige Volgende