Uit het dagboek van Titus.
door T.J. de Boer.
1 Jan.
Toen Lombroso de hand uitstak naar het genie, ging er een rilling door de kleinen en grooten, die zaten op hunne stoelen en lagen in hunne bedden.
De influenza was machtig en velen waren zwak.
Er is herleving gekomen. En wat ziet men nu?
Zooals de hooge den valt voor den storm en het riet blijft staan;
zooals de man die den eik velt, afgemat ineenzinkt, terwijl het bleekneuzige kind honend om hem heen danst;
zooals een koorts den sterke doodt, terwijl de zwakke vrouw jaren lijdt;
zoo ziet men een genie ondergaan, op het oogenblik, dat al zijn scheppende kracht zich concentreert tot goddelijk doen: een spot der kranken en een hoofdschudden voor de verstandigen.
Ik ken iemand, die na 't lezen van Lombroso meende, een genie te zijn, omdat hij...
Maar de arme had te weinig verstand, om ooit krankzinnig te worden.