| |
| |
| |
Richtlijnen voor auteurs van TS·>
Redactieadres
Stadhouderslaan 72
3583 jl Utrecht
030 2540891
annemieke.meijer@let.uu.nl
| |
Algemeen
Artikelen
▶ | zijn maximaal 4000 woorden lang |
▶ | hebben een aansprekende titel en een meer informatieve ondertitel; |
▶ | bevatten eindnoten, geen voetnoten |
▶ | zijn voorzien van een biografie van enkele regels over de auteur (bijvoorbeeld geboortejaar, studie, promotie-onderwerp, belangrijkste vroegere functies, huidige functie, belangrijkste publicaties) |
| |
Recensies
▶ | zijn maximaal 1000 woorden lang |
▶ | geven de volledige titel van de besproken publicatie alsmede de naam van de auteur, plaats en uitgever, jaartal, aantal pagina's en isbn-nummer |
▶ | bevatten in principe geen noten |
▶ | zijn voozien van één zin waarin de huidige functie(s) van de auteur van de recensie worden genoemd |
| |
Onderzoeksberichten
▶ | zijn maximaal 150 woorden lang |
▶ | geven een korte beschrijving van het promotie-onderzoek |
▶ | bevatten in elk geval de volgende gegevens: naam, instelling, en contactgegevens van de auteur (=uitvoerder onderzoek), naam promotor(en) |
| |
Redactieproces
Stukken voor ts·> worden gestuurd naar het emailadres van de redactie (in Word). Opmaak in de tekst beperkt zich bij voorkeur tot dikgedrukte tekst en cursiveringen.
De redactie van ts·> streeft ernaar het contact met de auteur steeds via één redactionele contactpersoon te laten verlopen. Die contactpersoon verspreidt het aangeleverde stuk onder de gehele redactie, die de tekst inhoudelijk beoordeelt. Vervolgens wordt het, voorzien van commentaar, correcties en suggesties ter verbetering, teruggestuurd naar de auteur met het verzoek de voorstellen in het artikel te verwerken. Pas als auteur en redactie inhoudelijk tevreden zijn wordt het overgedragen aan de eindredactie, waarna het opgemaakt en geredigeerd
| |
| |
wordt. De redactie behoudt zich het recht voor kleine tekstuele wijzigingen tijdens de eindredactie zonder verder overleg door te voeren.
Na publicatie krijgt de auteur een present-exemplaar toegezonden.
| |
Opmaak, spelling en interpunctie
▶ | De vormgeving van literatuurverwijzingen in de eindnoten is als volgt: |
| |
Boeken:
1. | voornaam van de auteur gevolgd door achternaam, gevolgd door komma |
2. | hoofdtitel en eventuele ondertitel, gescheiden door een punt en gecursiveerd, gevolgd door punt (nb titel van een boek daarbinnen niet gecursiveerd) |
3. | plaats en jaartal van uitgave zonder verdere leestekens en zonder uitgever, gevolgd door komma indien paginanummers volgen, anders punt |
4. | paginanummer(s) zonder ‘p.’ of ‘pp.’, gevolgd door punt |
| |
Artikelen:
1. | voornaam van de auteur gevolgd door achternaam, gevolgd door komma |
2. | hoofdtitel en eventuele ondertitel, gescheiden door een punt en niet gecursiveerd, tussen enkele aanhalingstekens (NB titel van artikel of citaat daarbinnen tussen dubbele aanhalingstekens), gevolgd door punt |
3. | publicatie waarin artikel is verschenen gecursiveerd, voorafgegeaan door ‘In’ (zonder dubbele punt), verder als bij boek (nb de redacteur van een uitgave wordt aangeduid met (red.) achter de naam) |
4. | bij uitgave in (tijdschrift)reeks: nummer uitgave direct na titel (zonder komma), gevolgd door jaartal tussen haakjes, gevolgd door komma indien paginanummers volgen, anders punt |
| |
Voorbeelden:
> | Piet Calis, Het ondergronds verwachten. Schrijvers en tijdschriften tussen 1941 en 1945, Amsterdam 1989, 65. |
| |
> | Remieg Aerts, De letterheren. Liberale cultuur in de negentiende eeuw: het tijdschrift De Gids, Amsterdam 1997, 11-15. |
| |
> | H.J.A. Pietersen, ‘Het tijdschrift als echtscheidingsgrond’. Bijdragen en mededelingen betreffende de geschiedenis der Nederlanden 112 (1998), 158. |
| |
> | G.C.J.J. van de Bergh en C.J.H. Jansen, ‘Het juridisch tijdschrift gevestigd: Den Tex en Van Hall's Bijdragen
|
| |
| |
| tot regtsgeleerdheid en wetgeving (1826-1838)’. In Tijdschrift voor rechtsgeschiedenis 61 (1993), 115-128. |
| |
> | Ulrike Böhmel Fichera, ‘“Wir und unsere Fähigkeiten wurden immer nur zu der Hausdienerschaft gerechnet”. Sophie von la Roches literarische Frauenzeitschrift Pomona’. In Annali Studi Tedeschi 29 (1986), 7-47. |
| |
> | J.J. de Boer, ‘Donald Duck’. In S. Gonzales (red.), Stripfiguren en hun periodieken, Amsterdam 1995, 66-88.
nb Bij verwijzingen naar een bron die al eerder genoemd: naam auteur gevolgd door komma en paginanummers indien van toepassing (Calis, 35). Indien van die auteur al meerdere publicaties zijn genoemd: naam auteur direct gevolgd door jaartal (Aerts 1997, 85-88). |
|
| |
▶ | Alinea's worden aangegeven door de eerste regel te laten inspringen. |
| |
▶ | Citaten in de lopende tekst worden geplaatst tussen enkele aanhalingstekens. Citaten langer dan ca. 3 zetregels worden ingesprongen, zonder aanhalingstekens, en met witregels van de hoofdtekst gescheiden. Als de vorige twee regels deel zouden uitmaken van de lopende tekst gaat zo'n citaat als volgt:
ts·Tijdschrift voor tijdschriftstudies publiceert artikelen die betrekking hebben op Nederlands tijdschriftonderzoek. Het fungeert verder als contactorgaan van de leden van de Projectgroep Tijdschriftstudies. ts·> verschijnt tweemaal per jaar. |
Waarna de lopende tekst hier verdergaat. |
| |
▶ | Om aan te geven dat woorden uit een citaat zijn weggelaten worden vierkante haken met 3 puntjes gebruikt: [...]. |
| |
▶ | Als gedachtestreepje wordt niet het afbreekstreepje (-) gebruikt, maar het lange streepje (-). |
| |
▶ | Voetnootnummers komen na het leesteken. |
|
|