Ts. Tijdschrift voor tijdschriftstudies. Jaargang 1997 (nrs 1-2)
(1997)– [tijdschrift] TS– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 18]
| |
The Gentleman's Magazine (1731-54) in het Engelse literaire veld
| |
[pagina 19]
| |
uit essays over literatuur en gedichten, en ongeveer vijftien tot twintig procent van het gehele tijdschrift omvat. Ook kijk ik naar de essays van levensbeschouwelijke aard. De wetenschappelijke en politieke essays, die ik alle heb geïndexeerd, worden verder buiten beschouwing gelaten. The Gentleman's Magazine ontstond in een tijd waarin Engelse kranten en tijdschriften in de regel beheerd werden door syndicaten (congers) van Londense uitgevers, groepen machtige ondernemers die geen buitenstaanders toelieten in hun werkveld. Cave, geboren in Rugby, Warwickshire, had zijn leerlingschap gelopen in Norwich, en was in de jaren 1720 als drukker naar Londen gekomen. Hij had een grote invloed op de initiële vormgeving en inhoud van The Gentleman's Magazine, dat hij gedwongen alleen begon omdat de congers niets met hem te maken wilden hebben. In het begin van de achttiende eeuw was de invloed van de drukker groter dan nu, omdat deze over het algemeen behalve uitgever en boekverkoper, ook nog schrijver en redacteur van zijn krant of tijdschrift was. Zo begon Cave in een bij voorbaat al vijandige situatie als buitenstaander ten aanzien van het Londense literaire establishment met enkele drukkersleerlingen zijn maandblad, waarover hij in alle opzichten het alleenrecht had.Ga naar eind1. Londen was in 1730 nog het onbetwiste middelpunt van het Engelse culturele leven. Tot 1695 was het volgens de English Licensing Act niet toegestaan buiten de hoofdstad een drukpers voor commerciële doeleinden te gebruiken, waardoor in de jaren 1730 de provinciale boekdrukwereld nog in de kinderschoenen stond. Wel was er in deze tijd al een handjevol provinciale kranten en tijdschriften, maar vaak werden deze in Londen gedrukt en dan naar de provincie verstuurd.Ga naar eind2. Cave had tijdens zijn drukkersopleiding in Norwich gewerkt als correspondent voor de Norwich Post, en had zo een ruim netwerk opgezet van drukkers/correspondenten in verschillende provinciale steden, van wie hij nieuws verzamelde dat hij naar kranten en tijdschriften in Londen doorspeelde. Toen hij daar in 1731 zijn Gentleman's Magazine begon, had hij een hele groep provinciale correspondenten achter zich, en draaide de situatie om: in plaats van nieuws naar Londen te brengen, ging hij de provincie nu van nieuws uit de hoofdstad voorzien. Cave was de eerste Londense tijdschrifteigenaar die bewust doelde op een provinciaal lezerspubliek, in een drukkerscultuur waarin andere drukkers/uitgevers zich nog op Londen concentreerden.Ga naar eind3. Na 1695 groeide het Londense literaire veld langzaam uit tot een landelijk systeem. Door de eerste Copy Right Act in 1709 veranderden er ook nog enkele andere zaken in de Engelse boekdrukwereld. Schrijvers kregen meer rechten dan ze voorheen hadden genoten, en het werd moeilijker om werk zonder toestemming van de auteur te herdrukken. Er zaten echter behoorlijke mazen in de nieuwe wet, waar Cave met zijn nieuwe tijdschrift slim gebruik van maakte. Hierdoor joeg hij zo ongeveer het hele Londense literaire establishment tegen zich in het harnas. De Copy Right Act voorzag niet in regels die het samenvatten of gedeeltelijk herdrukken van eerder gepubliceerd materiaal betroffen, en dit is precies wat Cave in eerste instantie deed. The Gentleman's Magazine bestond aanvankelijk bijna volledig uit samenvattingen en gedeeltelijke herdrukken van artikelen uit andere kranten en tijdschriften, zonder dat Cave daar een cent voor hoefde te betalen aan auteurs en tijdschrifteigenaars. Bovendien ontdook hij door het herdrukken van materiaal ook nog op zeer handige wijze de belasting. In de achttiende eeuw was een uitgever verplicht een flinke belasting te betalen over al het nieuws dat hij drukte. Kranten mochten alleen worden gedrukt op door de overheid gestempeld (en dus aan de overheid betaald) papier, terwijl tijdschriften deze belasting niet hoefden te betalen. Omdat het nieuws dat Cave aan zijn lezers bracht niet echt ‘nieuw’ was, hoefde hij geen belasting te betalen. | |
[pagina 20]
| |
Al snel begonnen schrijvers van andere tijdschriften te klagen dat hij het hen onmogelijk maakte het hoofd boven water te houden. Al een jaar na het oprichten van The Gentleman's Magazine verschenen vele imitaties op de markt, waaronder The London Magazine van een uitgeverssyndicaat onder leiding van Charles Ackers, dat zou uitgroeien tot de grootste rivaal van The Gentleman's Magazine, en enige tijd later The Gentleman's Magazine, or, Monthly Oracle van Jacob Ilive, een gewezen werknemer van Cave. Ilives Gentleman's Magazine verschilde alleen in ondertitel van Caves Gentleman's Magazine, or, Monthly Intelligencer, zag er exact hetzelfde uit, en was dan ook bedoeld om het publiek te misleiden en aan te zetten tot aanschaf van het verkeerde maandblad.Ga naar eind4. Doordat Cave goedkoop kon publiceren, was het ook mogelijk zijn tijdschrift voor weinig geld aan zijn publiek aan te bieden. De opmerking op de maandelijkse titelpagina, ‘More in Quantity, and greater Variety, than any Book of the Kind and Price’, sloeg dan ook in als een bom (en werd al snel door de meeste tijdschriften, net een beetje anders, overgenomen). Het eerste jaar was The Gentleman's Magazine het enige tijdschrift in zijn soort, en het was onmiddellijk een geweldig succes bij een lezerspubliek van hardwerkende mensen die niet het geld hadden om veel boeken aan te schaffen, niet de tijd om alle gebeurtenissen van belang op financieel, cultureel en politiek gebied te lezen, maar toch graag op de hoogte wilden blijven van al deze onderwerpen. The Gentleman's Magazine bevatte uit alle belangrijke kranten en tijdschriften de hoogtepunten, die in de eerste plaats bedoeld waren om de lezer te voorzien van > [...] a View of all the Pieces of Wit, Humour, or Intelligence, daily offer'd to the Publick in the News-papers, (which of late are so multiply'd, as to render it impossible, unless a man makes it a business, to consult them all).Ga naar eind5. Bovendien liep volgens de Inleiding van de eerste jaargang van The Gentleman's Magazine de lezer in de wirwar van bladen die werden uitgegeven ook nog eens het risico ‘that many things deserving Attention, contained in them, are only seen by Accident, and others not sufficiently publish'd or reserved for universal Benefit and Information’. Er was nog een omstandigheid die het voor Cave extra aantrekkelijk maakte zijn tijdschrift te beginnen, maar tegelijkertijd voor andere tijdschrifteigenaars aanleiding tot nog meer onvrede gaf. Cave werkte als Inspector of the Franks voor het General Post Office, en controleerde in die hoedanigheid of post rechtmatig ongefrankeerd verzonden werd (leden van de regering mochten hun zakelijke post ongefrankeerd verzenden). Deze baan had twee gevolgen ten aanzien van de positie van The Gentleman's Magazine in het Londense literaire veld. Ten eerste kon Cave door deze functie gratis aan kranten en tijdschriften komen om zo materiaal voor zijn eigen blad te verzamelen, omdat deze allemaal werden gedistribueerd via het Postkantoor. Andere tijdschrifteigenaars vonden dat hij misbruik maakte van zijn positie, en noemden Caves maandblad al snel The Gentleman's, alias, the Post Office Magazine.Ga naar eind6. Hij werd er al snel van verdacht zijn eigen tijdschrift kosteloos buiten Londen te verspreiden door het ongefrankeerd te verzenden. Bovendien werkte Cave in zijn functie bij het Postkantoor voor de regering. Deze regering, met aan het hoofd Robert Walpole, stond bekend als corrupt. Walpole gaf enorme hoeveelheden geld uit aan propaganda, en bezat meerdere kranten die in dienst van hem en zijn regering stonden. Hoewel The Gentleman's Magazine nooit officieel van samenwerking met Walpole werd beschuldigd, en er niets bekend is over eventueel ontvangen gelden, maakte zijn positie bij het Postkantoor en mogelijke banden met de regering dat Cave onder zijn vakbroeders nog minder populair werd dan hij al was. | |
[pagina 21]
| |
Edward Cave werd in het Londense culturele veld door de gevestigde orde met de nek aangekeken. Tegen de Londense traditie in maakte hij gebruik van zijn zakelijke contacten in de provincie, van de nieuwe wetten in de boekdrukwereld, en van zijn aanstelling bij het Postkantoor, toen hij in 1731 de markt opging met The Gentleman's Magazine. Met zijn goedkope en veelzijdige tijdschrift speelde hij in op een lezerspubliek waarvoor nog niet echt een eigen markt was gecreëerd. Voor de achttiende eeuw was literatuur voornamelijk iets wat door en voor de allerhoogste klassen werd geschreven en gelezen. Kranten en tijdschriften zijn een uiting van een veranderende cultuur, waarin het lezerspubliek groeit en de behoefte aan (snelle) nieuwsberichtgeving ontstaat. Tussen vergankelijke kranten aan de ene kant en literatuur die door de allerhoogst opgeleiden werd gelezen en geschreven aan de andere kant, bestond lange tijd niet echt een tussenvorm. The Gentleman's Magazine kan gezien worden als een van de eerste geslaagde pogingen om tot een nieuwe tussenvorm van literatuur te komen, die zowel vergankelijke elementen, snel nieuws en beurskoersen, als de meer blijvende vormen, poëzie en proza-essays, bevat. Dat The Gentleman's Magazine niet werd gezien als een vergankelijk tijdschrift dat je een keer leest en dan weggooit, zoals nu veel met tijdschriften gebeurt, blijkt duidelijk uit de manier waarop er door de lezers met het blad werd omgegaan. We zien dit ook aan de manier waarop het tijdschrift is vormgegeven. Hoewel ook in de achttiende eeuw kranten en tijdschriften al werden gedrukt op zo goedkoop mogelijk papier en gelezen exemplaren door winkeliers werden gebruikt als pakpapier, en door kistenmakers en boekbinders als extra versteviging (er duiken nog steeds zeer zeldzame kranten en tijdschriften op uit letterlijk alle hoeken en gaten van de moderne samenleving), moeten we het achttiende-eeuwse tijdschrift wat dit betreft toch anders zien dan de moderne equivalent. The Gentleman's Magazine bestond uit 48 tot 64 pagina's in octavo formaat, in het midden met een paar steken door een draadje samengehouden. Het geheel was gehuld in een blauw papieren kaftje (blauwe inkt was het goedkoopste), dat bedrukt was met advertenties en gedichten waarvoor in The Gentleman's Magazine zelf geen ruimte was. Ieder jaar in december werd er door Cave een extra editie van The Gentleman's Magazine uitgegeven (een dertiende maand inkomen), met daarin de indexen, een extra maand politieke berichten en soms gedichten, wat advertenties voor nieuwe boeken die onder beheer van Cave werden gedrukt, en de aanwijzingen aan de boekbinder wat betreft de juiste plaatsing van de illustraties en ander los materiaal. Had een lezer een jaargang van The Gentleman's Magazine bij elkaar, dan ging hij daarmee naar de boekbinder die het tijdschrift van draadjes en blauwe kaftjes ontdeed en het in een mooie harde kaft tot een jaargang van tussen de 600 en 700 pagina's bond (de los verkochte maanden van The Gentleman's Magazine werden dan ook doorgenummerd, januari begon met pagina 1, februari met een veelvoud van 8 op bijvoorbeeld pagina 57 of 65). Deze jaargangen werden als boek in de boekenkast gezet, en we weten uit correspondentie dat oude jaargangen van The Gentleman's Magazine gebruikt werden als naslagwerk (voor de achttiende eeuw bevat The Gentleman's Magazine zeer volledige indexen), maar dat ze ook regelmatig nog (gedeeltelijk) werden herlezen, zoals bijvoorbeeld te zien is in gedichten die verwijzen naar onderwerpen uit essays of poëzie uit voorgaande jaren. Behalve dat The Gentleman's Magazine zeer vooruitstrevend was in het combineren van nieuws en informatie met literaire en culturele onderwerpen, nam het tijdschrift ook als een van de eerste afscheid van de in de achttiende eeuw zo populaire spectatoriale traditie. Het spectatoriale tijdschrift wordt over het algemeen geschreven door één alwetende verteller, de censor morum, die zijn lezers vertelt hoe ze hun leven moeten leiden en een pseudoniem gebruikt als bijvoorbeeld ‘Mr Spectator’, en | |
[pagina 22]
| |
schrijft vanuit een fictieve plaats, meestal een koffiehuis of een huis in de provincie. Een van de opvallendste kenmerken van The Gentleman's Magazine is de totale afwezigheid van een censor morum. Een enkele keer wordt er in de jaren 1730 één uit een ander tijdschrift geciteerd, maar hoewel op de titelpagina van The Gentleman's Magazine wel Caves pseudoniem Sylvanus Urban prijkt, is deze figuur zelf in het tijdschrift nauwelijks terug te vinden. Hoewel brieven van lezers regelmatig zijn gericht aan ‘Mr Urban’, worden ze, in tegenstelling tot wat gewoon was in andere tijdschriften, in The Gentleman's Magazine niet door de censor morum beantwoord. The Gentleman's Magazine bestond in de eerste jaren voornamelijk uit reeds eerder gepubliceerd materiaal. In 1731 werd door de redactie echter aan de lezers verzocht hun zelf geschreven materiaal in te zenden, en de Inleiding van de eerste jaargang vermeldt dat ‘matters of Use or Amusement that will be communicated to us’ zeker geplaatst zullen worden. Al snel vermindert het aantal herdrukte artikelen, en in de jaren 1740 bestaat The Gentleman's Magazine bijna volledig uit origineel materiaal, gecombineerd met de zo populaire informatieve secties die het tijdschrift iedere maand afsluiten. In plaats van door een censor morum wordt de lezer in The Gentleman's Magazine, als hij al wordt geleid of gecorrigeerd, aan de hand genomen door andere lezers, die reageren op eerder geplaatst materiaal. Het is opvallend dat maar een heel klein percentage van The Gentleman's Magazine bestaat uit moraliserende artikelen. De ruimte die hiermee bespaard wordt, wordt in beslag genomen door essays die betrekking hebben op het soort semi-wetenschappelijke onderwerpen dat de gentleman amateur, de virtuoso, in de achttiende eeuw bezighield, zoals opgravingen uit de klassieke oudheid, wetenschappelijke experimenten, wiskundige vraagstukken en letterkundige oefeningen. In tegenstelling tot wat de titel misschien doet vermoeden, was The Gentleman's Magazine niet uitsluitend bedoeld voor mannen. Er werd ook expliciet ruimte gemaakt voor vrouwen, en we vinden hier en daar ook een artikel of gedicht door een tiener. Dat er aandacht werd besteed aan vrouwen betekent echter niet dat er typisch ‘vrouwelijke’ onderwerpen worden besproken, zoals andere tijdschriften het vaak hebben over het opvoeden van kinderen en tips voor in de keuken geven. The Gentleman's Magazine betrok niet alleen de vrouwelijke, maar ook de jonge en lager opgeleide lezer bewust in zijn lezerspubliek door hun bijdragen te plaatsen, maar ook door gedichten in het Latijn, Grieks of Frans te vergezellen van een Engelse vertaling, ‘for the Sake of the Ladies and some truly English Gentlemen who understand no Latin.’Ga naar eind7. Behalve op de vrouwelijke, jonge en minder hoog opgeleide lezer doelde Cave ook bewust op een provinciaal lezerspubliek, en ook in dit opzicht is The Gentleman's Magazine zeer vernieuwend. In de eerste helft van de achttiende eeuw werd alles van buiten Londen per definitie als ongecultiveerd gezien. De gevestigde literaire orde was een strikt Londense, en een schrijver die naam wilde maken in de literaire wereld deed dat niet vanuit de provincie, maar kwam naar Londen. In deze situatie creëerde Edward Cave zijn tijdschrift, en zette in meerdere opzichten het establishment op zijn kop. Een echte Londenaar had onder geen voorwaarde het pseudoniem Sylvanus Urban gekozen, maar had zichzelf gegarandeerd Urbanus Sylvan genoemd, zoals de heren in de achttiende eeuw werkten en cultuur opdeden in de grote stad, en zich in hun vrije tijd terugtrokken in een tweede huis in de provincie. Cave had niet de Londenaar die zich terugtrok in de provincie op het oog, maar juist de lezer uit de provincie die niet of nauwelijks banden had met Londen. Behalve het feit dat in zijn tijdschrift gepubliceerde stukken uit Londen de provinciale lezer bereikten zoals gewoon was, importeerde hij provinciale literatuur naar Londen, een tot dan toe zeer ongewoon verschijnsel. | |
[pagina 23]
| |
Commercieel gezien was het een slimme zet van Cave om een tijdschrift uit te geven dat expliciet voor een zo breed lezerspubliek was bedoeld. Maar deze algemeenheid leidde er natuurlijk wel toe dat er inhoudelijk concessies gedaan moesten worden. De redactie probeerde iedereen tevreden te houden, en had daarom het beleid al het materiaal dat werd ingezonden ook af te drukken. Lukte dit niet, dan werden de namen van de correspondenten die een stuk hadden ingezonden vermeld, en bood de redactie haar excuus aan voor het niet plaatsen van stukken wegens ruimtegebrek. Een andere manier om het publiek tevreden te houden, was de gedichten die niet in The Gentleman's Magazine zelf geplaatst konden worden, op het blauwe kaftje af te drukken, en toen ook dat niet afdoende was, werd er zelfs eenmaal een speciale Gentleman's Magazine Extraordinary uitgegeven.Ga naar eind8. Ook de onderwerpen van de essays in proza moesten een zo breed mogelijk publiek aanspreken. Ze konden dus nooit te gespecialiseerd of ingewikkeld zijn, en mochten nooit zoveel ruimte in gaan nemen dat het de gevarieerdheid van The Gentleman's Magazine in gevaar kon brengen. In tijden van grote politieke onrust, wanneer de hele pers bol stond van het nieuws, zoals tijdens de Excise Crisis in 1733, toen Walpole voorstelde de accijnzen drastisch te verhogen, werd er toch altijd tegemoet gekomen aan de minder politiek georiënteerde lezer: ‘The following poems are inserted to make some variety, and to oblige such of our readers in particular, who, we are sensible, don't much relish our political affairs.’Ga naar eind9. De gevarieerdheid en algemeenheid van The Gentleman's Magazine had natuurlijk gevolgen voor de originaliteit van de besproken onderwerpen. Door het uitdragen van te vernieuwende of radicale ideeën liep de redactie het gevaar dat veel lezers af zouden haken. The Gentleman's Magazine was inhoudelijk dan ook vrij traditioneel. Op politiek gebied was het niet overdreven regeringsgezind, maar zeker ook geen oppositie-tijdschrift. En ook wat betreft andere onderwerpen moet The Gentleman's Magazine niet gelezen worden om er revolutionaire nieuwe ideeën op het gebied van wetenschap, filosofie, religie of literatuur te vinden. Omdat de redactie besloot een blad uit te geven voor een breed en algemeen lezerspubliek, wordt The Gentleman's Magazine inhoudelijk gekarakteriseerd door algemeenheid, geeft het in die zin de ideeën van de gevestigde culturele orde weer, en is het een spiegel van het meer traditionele gedachtegoed in de achttiende eeuw. Commercieel gezien bleek de nieuwe formule van Cave dus een enorm succes, en voor de drukker/uitgever die financieel gewin boven het uitdragen van vernieuwende ideeën stelde, de enig mogelijke. Te gespecialiseerde tijdschriften konden net het hoofd boven water houden of gingen failliet nadat Caves Gentleman's Magazine werd geïntroduceerd in het Londense literaire veld. Cave ondervond zelf aan den lijve dat de miscellany, het gevarieerde tijdschrift, al snel de enige echt winstgevende formule op de Engelse culturele markt bleek te zijn, en dat het einde van de zeventiende-eeuwse vorm van de magazine nabij was. Tot twee keer toe probeerde hij een spin-off van de succesvolle Gentleman's Magazine op te zetten, maar beide keren mislukte dit. Toen de correspondentie over algemene onderwerpen zo toenam dat het onmogelijk werd alle post in The Gentleman's Magazine te plaatsen, en ook de kaft niet meer afdoende bleek voor het drukken van overgebleven materiaal, richtte Cave in 1742 de Miscellaneous Correspondence op, een tijdschrift dat volledig bestond uit overgebleven brieven van lezers over allerlei onderwerpen. Het verscheen in totaal negen keer, maar werd in 1748 weer opgeheven. Een tweede poging deed Cave door in 1745 een wiskundig tijdschrift op te zetten. In de achttiende eeuw was het oplossen van wiskundige vraagstukken een populair tijdverdrijf, en The Gentleman's Magazine publiceerde regelmatig van dit soort vragen, waarop enthousiast werd ingegaan door veel lezers. Al snel dreigde The | |
[pagina 24]
| |
Gentleman's Magazine een wiskundig tijdschrift te worden, en dus richtte Cave in 1745 de Miscellanea Curiosa Mathematica op, dat bestond uit wiskundig materiaal dat aan The Gentleman's Magazine door correspondenten was opgestuurd, maar niet geplaatst kon worden. Cave plaatste in een poging zijn nieuwe tijdschrift wat meer bekendheid te geven nog een paar prijzende gedichten over de Mathematica in The Gentleman's Magazine, maar het wiskundige tijdschrift werd na dertien nummers in 1752 weer opgeheven. Edward Cave heeft er voor gezorgd dat nieuwe deelnemers in het literaire veld werden toegelaten, en in veel opzichten kan de inhoudelijk traditionele Gentleman's Magazine gezien worden als een medium tussen oude en nieuwe literaire normen. Het werd gelezen door studenten, door vrouwen, door dominees en schoolmeesters, en iedereen werd van harte uitgenodigd zijn pennevruchten erin te publiceren. Er werden gedichten in gepubliceerd door amateurs, maar je kon er ook werk van de hand van dichters uit het literaire establishment vinden. Onderaan de literaire ladder had Cave broodschrijvers in dienst waarvan sommigen Grubstreet nooit verlaten hebben, zoals Moses Browne en John Duick, terwijl andere van zijn werknemers later enorm invloedrijk in het literaire veld werden, zoals Samuel Johnson en John Hawkesworth. In The Gentleman's Magazine zien we dat traditionele ideologieën over de aard en functie van literatuur worden vermengd met zuiver commerciële motieven, en dat massacultuur ontstaat. Door niet alleen de inhoud van de gedichten en essays in The Gentleman's Magazine zelf te bestuderen, maar ook aandacht te besteden aan de personen en krachtsverhoudingen in het literaire veld rond het tijdschrift, wordt duidelijk welke factoren van invloed zijn geweest op het ontstaan en het succes van The Gentleman's Magazine, en zien we hoe de moderne wereld, waarin een vermenging van cultuur met commercie uiteindelijk vanzelfsprekend is geworden, werd geboren.
·> titia ram werkt als onderzoeker-in-opleiding binnen het nwo/lmt project ‘De impact van literatuuropvattingen in het literaire veld’. |
|