Ambivalinte regio.
‘Voor de regionalist is de regio een enorm probleem. Hij wil er bij horen en er, absurd genoeg, iets voor betekenen, en tegelijkertijd wil hij er zo ver mogelijk afstand van nemen.
Dat is een onmogelijke opgave, die tot veel inconsequenties verleidt. Er valt, zowel in Friesland als in Groningen, de behoefte waar te nemen om de romantisch versierde banden met de geboortegrond, de volksaard van de taalgenoten en al wat verder nog voor het eigene wordt versleten, radicaal door te snijden. Alleen de taal blijft dan over, de taal die nu eenmaal gesproken wordt op dat stukje land en door de mensen die daarbij horen. Dat is de meeste streektaalschrijvers niet genoeg. Zij zijn van oordeel dat er een gefundeerde reden voor het gebruik van juist de streektaal moet zijn. Niet in de taal zelf, maar in de omstandigheden waarin die taal functioneert. Dat wil zeggen: in provinciale verhoudingen, geladen met de vooroordelen en de emotionaliteit van te kleine samenlevingen, die politiek en economisch veroordeeld zijn en een zeer bescheiden rolletje spelen in een groter geheel. Hier ligt het knelpunt voor de regionale schrijvers. Hun verstand geeft hun in dat zij niets te maken hebben met het provincialisme in het gewest waar de taal van hun keuze wordt gesproken, maar in hun hart vertrouwen zij die keuze niet helemaal. Want waarom juist de streektaal gekozen als je ook in het Nederlands lekkere dingen kunt zeggen, geen beschuldigingen van provincialisme hoeft te vrezen en bovendien een tienmaal vergroot lezerspubliek mag verwachten? Waarom doe't een streektaalschrijver dan een zo onverklaarbare keuze? Toch die merkwaardige behoefte aan een regio, een gewest waar niets van deugt, maar waar je ondanks alles toch bij hoort? Misschien zijn uit deze problematiek op zichzelf gekke blaadjes als Asyl en Twijspaalk te verklaren. Om heel duidelijk, zwart op wit, afstand te nemen van alles wat door provinciale éénogen ooit eeuwigheidswaarde is verleend. Om tegelijkertijd koortsachtig te zoeken naar een nieuwe motivering voor het schrijven in een streektaal. Men zou natuurlijk gewoon moeten zeggen:
mag ik een taal kiezen die past bij mijn mogelijkheden? Maar dat gelooft niemand, waarschijnlijk de schrijver niet eens. Toch lijkt mij dit de enig mogelijke verklaring. Een literator