| |
| |
| |
Leeswijzer
Lab
Miquel Bulnes
Vassallucci, 2005
ISBN 90 5000 826 7 € 17,50
Sinds W.F. Hermans weten we - als we het zelf al niet hadden ervaren tijdens onze studie - dat hooggeleerde heren dan misschien wel ontzettend geleerd, maar niet altijd ontzettend aardig zijn; dat veel van hen vooral uit zijn op hun eigen roem. Jidde Hartman, de hoofdpersoon uit Bulnes' tweede boek - zijn eerste heette Zorg, verscheen in 2003 en toonde in een erg geestige stijl een vaak nogal ontluisterend beeld van het leven in een ziekenhuis, het advies om dit boek vooral niet cadeau te doen aan iemand die op korte termijn met een ziekenhuisopname geconfronteerd zou gaan worden, was meer dan zomaar een reclamekreet -, Jidde Hartman dus is assistent in opleiding, hij doet
fundamenteel kankeronderzoek en hoopt daar binnen afzienbare tijd op te promoveren. Een groot deel van zijn kostbare tijd gaat verloren doordat hij de speelbal is van zijn hoogleraren, die elkaar het licht in de ogen, en zeker ook de forse onderzoekssubsidies die mogelijkerwijs binnen te halen zijn, niet gunnen. Geld is macht, ook in het universitaire wereldje, en dus wordt er geïntrigeerd, gelobbyd, gechanteerd, en zo nu en dan ook nog aan onderzoek gedaan. Lab is hilarisch: ik heb een aantal malen hardop zitten lachen om de wijze waarop Bulnes de moeizame weg van Jidde in de richting van zijn promotie schildert. Voor zowel de ziekenhuiswereld als voor de wereld van het medisch onderzoek is het te hopen dat de schrijver, zelf arts/onderzoeker, voor zijn twee romans meer aan zijn fantasie dan aan zijn dagelijkse werkelijkheid heeft ontleend.
JD
| |
Bankvlees
Jac Van Loy
Nijgh & Van Ditmar, 2004
ISBN 90 388 4565 0 € 13,95
Soms blijft een boek hier in huis een tijdje ongelezen op de stapel liggen, simpelweg omdat er steeds een aantrekkelijker ogend exemplaar bovenop gelegd wordt. Maar dan begin je er toch een keer in, je leest een bladzijde en bent meteen verkocht!
Bankvlees dateert al van 2004, het is de debuutroman van ene Jac Van Loy, aan de Van ziet u al dat het om een Vlaming gaat. Het boek is niet echt fraai vormgegeven, met een saaie, zuinige omslag. Die zuinigheid past echter goed bij de inhoud. De hoofdpersoon is een eigentijdse Japi, een uitvreter. Nescio zou trots op hem zijn. Samen met zijn vriend Celis kiest hij voor de ‘absolute vrijheid’: alles mag en alles kan, zolang er maar niet gewerkt hoeft te worden. De twee blijken zeer bedreven in het bespelen van andermans gevoelens, in het teren op andermans zak. Hun streven leidt tot piekervaringen en tot (letterlijk) shit, brengt hen in chique hotels en in de goot. Japi stapt uiteindelijk van de Waalbrug; hoe het met deze twee uitvreters afloopt, moet u zeker zelf gaan lezen. Een aanrader!
JD
| |
In het land van de kersen
Bruno Mistiaen
De Arbeiderspers, 2005
ISBN 90 295 6222 6 € 16,95
Bruno Mistiaen, die eerder werkte als videokunstenaar, regisseur, toneelschrijver en vertaler, debuteerde onlangs met de verhalenbundel In het land van de kersen. Hoe verschillend de verhalen op het eerste gezicht ook lijken te zijn, ze hebben met elkaar
gemeen dat ze aan elkaar hangen van lelijkheid, gruwelijkheid en sadisme. In het openingsverhaal, tevens het titelverhaal, slaan twee vrouwen een man dood met een kachelpook. Vervolgens worden bij de arme man de testikels verwijderd, waarna deze ten slotte door een toevallige passant worden opgegeten. Op de eerste pagina van het verhaal is dan al een hond met een pistoolschot gedood. In het tweede verhaal vertelt een bejaarde dame aan haar klusjesman dat ze een droom heeft gehad waarin ze levend werd gevild, terwijl dit door vele mensen, ook kleine kinderen, wordt gadegeslagen. Aan het eind van dit verhaal wordt een konijn de keel doorgesneden, klaar om te worden gevild. In het derde verhaal wurgt een vrouw haar zus met een gordijnkoord. Toen wist ik het wel en heb ik het verder
| |
| |
voor gezien gehouden. Volgens de achterflaptekst is het knappe van Bruno Mistiaen dat hij erin slaagt zo mooi te schrijven over zoveel lelijks. Dat ‘zoveel lelijks’, daar ben ik het mee eens. Maar de verhalen zelf zijn redelijk eenvoudige vertellingen met veel dialoog, afgewisseld met een enkele beschrijving en de weergave van gedachten van een personage - niks bijzonders, niet qua opbouw, niet wat betreft de stijl, zeker niet met betrekking tot de ideeën. De auteur lijkt het er slechts op uit te zijn geweest om zijn lezer te shockeren. Dat hij daarin wellicht bij sommige lezers slaagt, wil ik nog wel aannemen. Met literatuur heeft het echter bar weinig te maken.
JB
| |
Het moest maar eens gaan sneeuwen
Tjitske Jansen
Podium, 2003
ISBN 90 5759 256 8 € 17,50 (incl. cd)
| |
Vitrine
Vrouwkje Tuinman
Nijgh & Van Ditmar, 2005
ISBN 90 3887 433 2 € 14,95
De dichteres is niet alleen schrijfster, ze wordt ook meer en meer een performer die haar sporen verdient op podia. Het maakt haar poëzie vaak toegankelijk
met alle zegeningen en gevaren van dien. Wanneer je op Lowlands hebt gestaan verdien je een debuutbundel.
Tjitske Jansen debuteerde met het uitermate succesvolle Het moest maar eens gaan sneeuwen.
Vrouwkje Tuinman schreef Vitrine. De bundel van Jansen kijkt naar wat voorbij is. De onschuld van de kindertijd is voorgoed verdwenen en dat had niet moeten gebeuren. De steeds terugkerende ik wil klein blijven, vastgehouden worden, spelen en fantaseren. Soms wordt dit verlangen zo direct geuit dat het plat wordt. ‘Als je groot bent / wil je dan niet meer spelen / of mag het dan niet meer?’ En dan gaat het kind vissen in de beek. ‘Een haakje had ik niet nodig.’ Jansen heeft vaker de neiging tot uitleggen. In een gedicht over teruggevonden oude foto's wordt een aardige vergelijking gegeven van de troost die de diepte van de zee biedt met het niet kunnen herinneren van een kinderfoto.
Jansen eindigt dan het gedicht met een overbodige, en ook nog eens nietszeggende verklaring: ‘En in de momenten waar geen foto's van zijn, / was ik ook.’
Inderdaad ja. Hier en daar krijgen we een volwassen vrouw voorgeschoteld zoals in het hilarische ‘De idioot op het dak’ waar een vrouw na een avond flink drinken op het dak van haar ex belandt. Jansen is direct. Ze dicht eenvoudig, helder en meestal raak. Het gedicht dat haar bundel en haar poëzie het best weergeeft, vertelt van een kastanje die eigenlijk helemaal geen boom wil worden, maar een mooie, glimmende kastanje wil blijven. Helaas, het onvermijdelijke gebeurt, de kastanje wordt boom en de verandering is constant. Ten slotte komt, gelukkig, de berusting, met een boeiende tegenstelling: ‘Ik heb het opgegeven / te zijn zoals ik ben. / Ik groei maar mee / met wie ik worden zal. / Af en toe hoor ik / dat iemand zegt / Hoe mooi ik ben. / In mijn schaduw / gebeuren dingen / die de moeite waard zijn.’
In plaats van het oproepen en herinneren van een verleden is Tuinman in Vitrine bezig met het vastleggen en bewaren van het heden. Het nu, dat moest maar niet voorbij gaan. De poëzie moet, krampachtig bijna, het heden verankeren. Er is een nieuwe liefde. Dat brengt geluk, verwachtingen, verwondering en zenuwen met zich mee. En ook prachtige zinnen: ‘Hoe je in mij wegglijdt. / Hoe je adem tussen mijn haren / wij gaan hier jaren over doen.’ Kort daarvoor zijn er de ‘ontmoetingen met jouw ex’. Tuinman laat zien dat poëzie heel simpel ontzettend grappig kan zijn. Toch zijn de meeste gedichten complexer dan die van Jansen. Niet alle beelden spreken direct voor zich, maar zijn wel prettig alledaags. Een stoel die niet bij de vuilnis mag, een afspraak in de koffiecorner van de Bijenkorf. En dan is er nog de afwezige vader. Het gedicht ‘Haarsteeg, 13-9-'88’ begint met de mededeling dat hij al twaalf jaar dood schijnt. ‘Lijkt, al bijna dertien. / Maar dat werkt niet altijd zo.’ Hij duikt per ongeluk op in een doos met oude brieven. De vader komt later in de bundel steeds terug. In een droom. In foto's. Afwezig en toch aanwezig. In het titelgedicht verklaart Tuinman nog maar eens wat ze met haar poëzie probeert te bereiken: ‘Ik ben, / en wat ik niet vastleg is niet gebeurd. / Ik wil dat alles is gebeurd.’ En dus moet er flink gedicht worden en veel foto's gemaakt. Dat gaat niet altijd even makkelijk. Je weet nooit wat de camera wil, of dat wat je vastlegt hetgeen is dat je vast wilt houden. Tuinman houdt 's avonds de gordijnen open en legt haar leven in de vitrine. Het levert prachtige poëzie op.
XMB
| |
| |
| |
Als rozenblaadjes vallen
Brigitte Minne
Clavis, 2005
ISBN 90 4480 105 8 € 11,95
Wie op zijn achttiende verjaardag, balancerend op de grens tussen adolescent en volwassene, zijn levensverhaal moet neerpennen met als setting een gesloten jeugdinstelling, ziet zichzelf voor een paradoxale opgave. Te jong voor een autobiografie, maar geen kind meer na het plegen van een onduidelijk, maar afschuwelijk misdrijf. Via flashbacks loodst hoofdpersonage Guus ons door het afgelopen jaar heen. Wat een beproefde structuur is, weekt bij Brigitte Minne echter een stroom van verdoken emoties los, zowel bij Guus als de lezer. Het ingetogen portret van een liefdevolle moeder-zoon-relatie krijgt een flinke knauw als de moeder
ongeneeslijk ziek blijkt. De thematiek van ziek-zijn, machteloosheid en het aftakelingsproces zijn niets nieuws binnen de hedendaagse jeugdliteratuur, maar worden zelden zo eerlijk en levensecht verwoord. Minne beschrijft emoties van binnenuit, zonder in de val van goedkoop sentiment te trappen. Als Guus het ondraaglijke lijden niet langer kan aanzien, stelt hij een dubieuze daad, waarin een overdosis pilletjes, giftige planten en een marshmallow een cruciale rol spelen. De wereld der volwassenen reageert met onbegrip; enkel hulpverlener Fred spreekt van een verregaande ‘daad van liefde’. Op grond van Freds getuigenis wordt Guus vrijgesproken, en krijgt hij de kans om een nieuw leven op te bouwen, wat met vallen en opstaan lukt. Enkel het rooskleurige einde wekt enige argwaan, maar dat is ook het enige minpuntje in deze geslaagde cross-overroman. Brigitte Minne verstaat de kunst om met weinig woorden, in een eenvoudige taal, een levensechte wereld op te roepen. De herhaaldelijke verwijzingen naar de rijke wereld van de flora - met de mooie, maar stekelige roos als leidraad - fungeren als goedgekozen metaforen voor de verwarde gevoelswereld van de personages. Als rozenblaadjes vallen behoort tot de zeldzame adolescentenromans, waarin levensechte personages geconfronteerd worden met de complexiteit van het menselijke bestaan an sich en waarin ze leren dat er niet steeds pasklare antwoorden voor het grijpen liggen, maar dat men enkel kan leren door het leven zelf. In deze derde herziene druk heeft het boek nog niets van zijn oorspronkelijke kracht en warmte verloren. Helaas werd de zorg voor taal én inhoud niet doorgetrokken tot de typografie: storende drukfouten en een foutief gebruik van leestekens ontsieren dit ingetogen pareltje.
JP
| |
Kus
Lydia Rood
Kidsbibliotheek, 2005
ISBN 90 5637 719 1 € 3,95
Goede boeken hoeven niet dik en duur te zijn. Het tweede deel van de Kidsbibliotheek, Kus, is een meesterwerk in nog geen honderd pagina's.
De vader van Marjon, Toon Mandersloot, is een beroemd acteur. Toon is net als veel acteurs nogal egocentrisch en door zijn werk heeft hij maar weinig tijd voor Marjon en haar moeder. Marjon is dan ook boos op hem en weet niet of ze blij is als ze zijn auto bij de ingang van het bos ziet staan. Ze lopen samen het bos in en hebben een lang gesprek. Marjon kan ook best een beetje acteren en als ze bij het openluchttheater zijn,
spelen vader en dochter scènes uit toneelstukken. Deze scènes wijken soms ineens af van hun werkelijke verhaal. Dan zijn Marjon en Toon geen kleine zeemeermin en prins, of Medea en Jason meer, maar spelen ze Marjon en Toon. En zo ondervinden Marjon en Toon dat kunst er zoals zo vaak beter dan feiten in slaagt de realiteit te vatten. Het boek zit vol prachtige intertekstuele verwijzingen. Niet alleen klassieke stukken passeren de revue, ook jonge, nog onervaren lezers zullen zeker dingen herkennen: ‘Toon komt achter haar zitten en slaat zijn armen om haar heen. Dan hijst hij haar overeind. Hij pakt haar handen en spreidt ze wijd boven haar hoofd. “I'm the king of the world!” “Zonder uitzicht is het
| |
| |
niks,” zegt Marjon, “en zonder wind.”’
Ook de opbouw en de sfeer zijn erg mooi. Vader en dochter hebben een gesprek dat goed past in een bos: met zware, moeilijk begaanbare momenten en lichte, open plekken. Ze hebben het hele bos nodig voor hun gesprek, aan het eind van het bos zijn ze er samen wel uitgekomen.
Lydia Rood heeft haar boek een ‘blijspel’ genoemd, en dat klopt ook wel: het is een boek met herkenbare humor, zeker voor bokkige pubers; en het heeft zeker ook psychologische diepgang. Want waarom is zo'n zwaar gesprek nu nodig? Dat blijkt op de laatste pagina, die onmiddellijk uitnodigt tot herlezen.
MO
| |
Doorgeschoten
Mirjam Mous
Van Holkema en Warendorf, 2004
ISBN 90 269 9851 1 € 11,99
De schietpartij op Columbine Highschool in Littleton in 1999 leverde al de film Elephant van Gus Van Sant en de documentaire Bowling for Columbine van Michael Moore op. Ongetwijfeld is er meer verschenen, maar, vindt Mirjam Mous, deze films zijn allemaal gemaakt voor volwassenen, terwijl de daders en de slachtoffers voornamelijk jongeren waren. En daarom schreef ze Doorgeschoten, over de Nederlandse Janna, die een jaartje bij haar oom en tante in Amerika woont. Ze volgt haar lessen op Twinstone High, waar enkele schoolgenoten een moordpartij à la Columbine aanrichten. Het is niet precies duidelijk wat Mous nu echt wil vertellen met haar boek. Ze beschrijft de gebeurtenissen voornamelijk door de ogen van de nuchtere Janna, die de vreemde gewoonte heeft iedereen die ze ontmoet met een dier te vergelijken. Zo ziet ze dader Eloy als een stekelige egel. De pogingen in de psyche van Eloy te duiken, mislukken helaas. Ook de beschrijving van het leven na de ramp komt niet uit de verf: Janna vertrekt vrijwel meteen naar Nederland, uiteraard met achterlating van haar Amerikaanse vrienden. Hierdoor is Doorgeschoten een dierenparade geworden, die weinig toevoegt aan de inmiddels overbekende gebeurtenissen. Jammer, want Mirjam Mous kan namelijk mooie en goede boeken schrijven, zoals ze heeft laten zien met Fluisterwater.
MO
| |
De mondenboom
Tanja Oostvogels
Canon Cultuurcel, 2005
www.canoncultuurcel.be
Zeker in een nummer over doorlopende leerlijnen moet je eens over de eigen schutting willen kijken. Wie De mondenboom opent, begeeft zich zelfs over de grens. Dit inspirerende boekje, met als ondertitel Ideeën om toneel te spelen is een uitgave van de Vlaamse Canon Cultuurcel van het departement Onderwijs. Het is een vervolg op Ik heb het tegen jou!, een verzameling theaterteksten voor jongeren vanaf elf jaar, en is samengesteld door de Nederlandse theatermaker Tanja Oostvogels. De mondenboom richt zich op kinderen vanaf negen jaar, maar is als ideeënboek ook te gebruiken in de brugklas en daarna.
In nauwe samenwerking met de vormgever nodigt het boek kinderen uit de eerste stappen op theatraal gebied te zetten, het stimuleert de verbeeldingskracht en het inlevingsvermogen. Naast de zorgvuldig opgebouwde spelsuggesties van Oostvogels bevat het werk prikkelende toneelteksten van Herwig de Weerdt.
Wie toch aan de basis bezig is, kan ook terecht bij BoekieBoekie, een fraai uitgegeven ‘tijdschrift’ met aandacht voor kunst en literatuur voor kinderen. Het laatste nummer, getiteld Zwarte Confetti staat in het teken van de oorlog en bevat foto's, verhalen, gedichten en tekeningen van kinderen en volwassenen. De bundel geeft een beeldoverzicht van het oorlogsleven in Rotterdam, van het bombardement en de verwoesting tot aan de bevrijding. Bijna geen van de foto's zijn ooit eerder getoond; de meeste verhalen en gedichten zijn geschreven door auteurs die zelf een oorlog hebben meegemaakt. Ook de laatste uitgave van Stichting Kinderen en Poëzie, getiteld Er woont een liedje in mijn hoofd, is prachtig. Een feestelijke bundel na vijftien jaar ploeteren om het schrijven van gedichten een belangrijke plaats in de basisschool toe te kennen. Voor meer informatie:
www.canoncultuurcel.be en www.boekie-boekie.nl en www.skep.nl.
HL
| |
Zicht op sites
‘Al wat belangrijk is in de kunst ligt voorbij de woorden,’ noteerde eens Georges Braque, maar dat was voordat internet bestond. Er komen steeds meer startpagina's voor beeldende kunst. Een aardig beginpunt is www.startkunst.nl, een overzicht van links op het gebied van schilderkunst, beeldende kunst, fotografie, cursussen, kunstnieuws en exposities. Ze zijn ingedeeld per provincie, overzichtelijk en uitnodigend. Dat geldt ook voor www.kunstinzicht.nl, een site met veel aandacht voor individuele kunstenaars en hun portfolio's. Wie daar niet genoeg aan heeft, kan terecht bij
| |
| |
www.kunstenaars.nu, waar duizenden kunstenaars zijn geregistreerd. Iedere school kan nu vrij eenvoudig een eigen netwerk creëren. Niets van uw gading kunnen vinden? Surf gerust eens naar www.galeries.nl of www.beeldhouwlinks.nl of www.voorkunstprogrammas.nl. Dat ook de strip een serieus kunstwerk kan zijn en in de lespraktijk gebruikt kan worden, blijkt uit www.stichtingbeeldverhaal.nl.
Onze zuiderburen blijven niet achter in hun streven naar toegankelijkheid en volledigheid, wat blijkt uit www.cultuurnet.be. Voor jongeren is er www.8weekly.nl, ‘de jongste cultuurhaard van Nederland’, een plezierige site met een mix van film, muziek, literatuur, theater en beeldende kunst. ‘Wij geloven in de kracht van het medium en bereiken dynamische en eigenwijze internetgebruikers,’ aldus de toelichting.
Aandacht voor kunsteducatie blijft onverminderd goed vertegenwoordig op het internet. Een tijdje geleden vond in Rotterdam de manifestatie Kunstwijz plaats. Herinneringen en verwijzingen zijn te vinden op www.kunstwijz.nl.
Inspirerend is ook www.educatie-groningermuseum.nl. Voor iedereen die de trein naar het noorden liever niet neemt, maar wel gebruik wil maken van de lesbrieven en een virtueel bezoek. Ook op www.webkwestie.nl staat met enige regelmaat interessant lesmateriaal voor CKV. U kunt het vinden in de afdeling voortgezet onderwijs bij het vakgebied CKV. Gluren bij de buren is zeker lonend geworden: kijk maar eens bij: http://davindi.kennisnet.nl, www.digischool.nl/ne/nelok.htm, www.groenewald.nl/ckv.htm, www.odulphus.nl of www.collegenet.nl Om collega's te ontmoeten kunt u ook ouderwets naar een congres: www.hetschoolvaknederlands.org. Dit jaar moet u wel naar Antwerpen.
De video lijkt door het virtuele geweld aan belang in te boeten. Toch blijft de documentaire een krachtig middel voor informatieoverdracht en soms tegelijkertijd een kunstwerk op zich. Daarom is een bezoek aan www.omroep.nl/nps/uurvandewolf nog altijd aan te raden. Sommige uitzendingen horen thuis in iedere mediatheek. Videobanden kunnen eventueel nabesteld worden. Meer algemene informatie is te verkrijgen via http://portal.omroep.nl/kunstencultuur of www.avrokunsttribune.nl.
Taal en internet horen bij elkaar. Wie schrijft wil immers ook gelezen worden. Op www.elhizjra.nl kunt u terecht voor Arabische kunst en cultuur. De site biedt veel ruimte aan het geschreven woord. Meer eigentijds is de site www.wintertuin.nl, met veel aandacht voor de slammers onder de poëten; geïnteresseerden kunnen ook terecht bij www.dichtslamrap.nl en www.maatregel.nl, twee regionale, maar zeker ook inspirerende evenementen. In Apeldoorn hebben ze een aardig overzicht over de rap op de site gezet: www.apeldoorn-onderwijs.nl/rap. Als u daarnaast uw achterland niet uit het oog wilt verliezen, kunt u terecht bij http://klassiekegedichten.net, waar een overzicht wordt geboden van belangrijk werk van de bekendste Nederlandse en Vlaamse dichters van na 1880. In de besprekingen wordt telkens uitvoerig stilgestaan bij één gedicht. Historici kunnen hun hart ophalen bij www.schrijversvanderondetafel.nl met veel verwijzingen naar historische leesboeken. Als u een boek wilt kopen, kunt u eerst naar www.boekenmeer.nl, de toegangspoort naar de betere boekhandel. Wie vervolgens nog niet begrijpt waarom het lezen van een boek aangenamer is dan het spellen van deze rubriek, klikt eens op www.muisarm.nl.
HL
|
|