column
Grenzeloze literatuur
Jacques de Vroomen
De leerstof op school is overzichtelijk geordend in domeinen. Economie omdat er in de samenleving geld verdiend moet worden. Geschiedenis omdat er meer is, was, dan het hier en nu. Aardrijkskunde omdat de globalisering geen recente uitvinding is. Vreemde talen omdat je met Nederlands alleen niet ver komt. En CKV? Voor het esthetische domein? Ja, maar ook nee, want kunst laat zich niet zo gemakkelijk afpalen. Kunst is psychologie, maatschappijleer, geschiedenis, levensbeschouwing. Kunst is veel meer dan een schoolvakdomein.
Ik schrijf deze column in dagen van oorlog. De Tweede Golfoorlog is drie weken oud en zit er wel zo'n beetje op. De Amerikaanse leiders zijn dagelijks in beeld geweest. Het kon helaas niet anders heb ik begrepen. Het Iraakse volk moest bevrijd worden. De oorlog was een noodzakelijk medium voor de export van vrijheid van meningsuiting, democratie en een open economie. Naast de geloofsbelijdenissen waren er ook oorlogsbeelden op de televisie. Beelden van gewonde en gedode Iraki's. Als het om burgers ging was dat heel erg want dat was niet de bedoeling geweest, werd er steeds bij gezegd. Dode Iraakse soldaten waren gelukkig geen burgers. Soms keek ik niet naar de televisie en las ik Euripides, omdat ik met mijn verjaardag zijn Verzameld werk in de vertaling van Gerard Koolschijn cadeau had gekregen.
In 431 vóór Christus breekt de Peloponesische oorlog uit. Wie wordt de baas in Griekenland? Athene of Sparta? De Athener Euripides trekt enthousiast ten strijde, want er wordt gevochten voor een kostbaar ideaal: de Atheense vrijheid en democratie in plaats van de Spartaanse dictatuur. Langzamerhand komen er haarscheurtjes en scheuren in de overtuiging van de schrijver/soldaat. Vecht Athene echt alleen maar voor de verdediging van de democratie? De schellen vallen Euripides pas goed van de ogen in het jaar 416. De bewoners van het eiland Melos kiezen voor de verkeerde partij. De Atheense bestuurders vinden dat er gestraft moet worden met krachtige voorbeeldwerking. Er wordt een leger naar Melos gestuurd. Alle mannelijke bewoners van het eiland worden gedood. De vrouwen en kinderen als slaven weggevoerd. Euripides is diep geschokt, want na Melos past de oorlog niet meer in de wikkel ‘vrijheid en democratie’. De imperialistische doelstellingen van zijn vaderstad lieten zich niet meer camoufleren.
Een jaar later schrijft Euripides zijn tragedie Trojaanse vrouwen. Geen toneelstuk over een mythologische voltooid verleden tijd, maar over een gruweldaad van een jaar geleden. En over vrouwen die in mannenoorlogen altijd aan het kortste eind trekken. Prijs je niet gelukkig vóór je dood gaat. Hekabe, koningin van het verslagen Troje, zegt het zo:
‘Dwaas zijn stervelingen als zij blij zijn met
Succes dat eeuwig lijkt. Het lot gedraagt zich
Als een idioot. Het springt van hot naar her
En niemand heeft ooit zijn geluk in eigen hand’
Literatuur als psychologie, maatschappijleer, levensbeschouwing. Het is bijna blasfemisch om bij Trojaanse vrouwen over ‘esthetica’ te spreken. Ik heb van Euripides over de Tweede Golfoorlog meer geleerd dan van de deskundigen die in de afgelopen oorlogsweken zoveel uren mijn televisiescherm gevuld hebben.