Redactioneel
‘Grensverleggend’. Het is een van de vele en vaak weinigzeggende modewoorden geworden. Wie nam de laatste jaren dit woord niet abusievelijk in de mond en bewerkstelligde daarmee niet de teloorgang van weer een term? Topsporters, zakenlui, taaltrainees en planologen. Werkgevers, contractonderzoekers, lokale bestuurders en bergbeklimmers. Spiritueel religieuzen, medici, kunstenaars en economen. Maar ook andere termen passeerden de revue: grensverkeer, grenzeloos, grensoverschrijdend.
Lang dacht de redactie na over het thema en ze kwam tot een aanduiding die zo breed was als het moest en kon zijn. Als het maar twee kanten heeft. Ook in deze Tsjip/Letteren - voor velen van u de tweede op rij, voor een aantal ook de tweede van de dertiende jaargang - valt een aantal bijdragen onder de noemer ‘grenzen’ over de overgang van basisschool naar brugklas en die van 6-vwo naar de letterenfaculteit schrijven respectievelijk Joke Bos en Wim Maas. Beiden deden onderzoek naar het leesgedrag van de kinderen, jongeren en komen tot opmerkelijke conclusies. Letterlijke grenzen werden onderzocht door Edien Bartels, verbonden aan de Vrije Universiteit als cultureel antropologe. Zij gaat in op de identiteitsvraag van Marokkaanse meisjes met betrekking tot migrantenliteratuur. Edward van de Vendel, auteur van zowel boeken voor jonge lezers als leerlingen in het voortgezet onderwijs, wordt uitgevraagd door Mireille Oostindië. Over de grenzen van de andere literatuurvakken wordt gekeken door een van de leden van actiecomité ‘de Heelmeesters’: Guido Robben gaat in op de mogelijkheden voor literatuur bij Frans en met name Duits, na de ‘sanering’ van het vak. Over uiteenlopende vormen van blokkades en opgeworpen grenzen die aan auteurs, beeldende en andere kunstenaars werden en worden opgelegd, over censuur en verboden teksten, schrijft Joop Dirksen. Noodlottige gevallen uit de laatste jaren passeren de revue. Van de hand van Henk Langenhuijsen is er een bijdrage over de kunstvakken in het middelbaar beroepsonderwijs en de cultuurprojecten die in de Regionale Opleidings Centra plaatsvinden. Al geruime tijd overschrijdt het literatuurfestival ‘de Wintertuin’ uit Nijmegen grenzen; naast een regionale uitbreiding, eerst voorzichtig in de regio, daarna provinciebreed en nu het halve zuiden bestrijkend, werd ook ruimte geboden aan andere disciplines dan alleen de letteren. Frank Tazelaar,
festivaldirecteur, licht twee projecten nader toe. Een droom uit de jaren '90 was het slechten van de grenzen tussen de onderdelen literatuur binnen de moderne vreemde talen en Nederlands. Cor Geljon beschrijft wat daarvan is uitgekomen en geeft de stand van zaken omtrent GLO anno 2003. Hoe wordt het vak op die paar scholen met succes, maar ook zo verschillend van elkaar, uitgevoerd? In de kennismakingsrubriek treedt het multidisciplinaire ‘Crossing Border Festival’ voor het voetlicht. De column van Jacques de Vroomen loopt in de pas met het thema. Daarnaast zijn er ook bijdragen die niet over grensverkeer gaan. Over de nog weinig bekende Jacob Stamperius, grondlegger van de Nieuwe Bibliotheek voor de Jeugd, schrijft Carolien van Welij. Zij studeerde af op deze onderwijzer die zorgde voor een omvangrijke boekenverzameling voor jonge lezers en kreeg afgelopen januari voor haar scriptie de Boerlage-prijs van de Universiteit van Tilburg. Joop Dirksen dook in het werk van Rascha Peper, de veelzijdige schrijfster van romans en verhalenbundels. Ook haar nieuwste boek, Wie scheep gaat, dat in mei verscheen, neemt hij mee in de bespreking van haar oeuvre.
De redactie hoopt dat u ook van dit nummer zult genieten en wijzer zult worden.
Anne-Mariken Raukema